Vlissingen: vallen, opstaan en weer doorgaan
VLISSINGEN. Vlissingen herdenkt dit jaar dat het 700 jaar geleden stadsrechten kreeg. Er zijn symposia, lezingen, concerten en feestelijkheden. „De historie van Vlissingen is er een van vallen, opstaan en weer doorgaan”, zegt stadsarchivaris Ad Tramper.
Als stad bestond Vlissingen al veel langer. Maar met de toekenning van de stadsrechten in 1315 door graaf Willem III van Holland en Zeeland (1287-1337) moest de stad voortaan regels in acht nemen die de graaf had voorgeschreven.
Die regelgeving had in de praktijk vooral tot doel een gunstig (economisch) vestigingsklimaat te creëren voor poorters. Dat waren burgers die zich het recht hadden verworven om binnen de poorten van een plaats met stadsrechten te wonen.
Door de eeuwen heen heeft Vlissingen veel profijt gehad van de strategische ligging aan de Westerschelde, de toegang tot Antwerpen. Wie de stad met handelswaar passeerde, moest tol betalen.
Kemphanen
Maar er waren ook ander manieren om geld te verdienen. Als de Engelsen en de Fransen in de 18e eeuw weer eens op een verre zee met elkaar de strijd aangingen, maakten Vlissingse kooplieden daar handig gebruik van door handelsstromen van de kemphanen over te nemen en daar goed aan te verdienen. „Als er gedoe was, gedijde Vlissingen prima”, aldus Tramper. „Opportunisme was de stad niet vreemd.”
De welvarendste periode in die zeven eeuwen was de eerste helft van de 17e eeuw. „Vlissingen liftte toen mee op de voorspoed die in de hele Republiek heerste. Protestantse vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden streken neer in Middelburg en Vlissingen. Velen van hen namen geld mee.”
Kasboek
Tramper toont een origineel kasboek van de diaconie van de Nederduits Gereformeerde Gemeente. Daarin is te zien hoe de financiële bijdragen van de gemeenteleden vanaf 1600 drastisch oplopen, om daarna vanaf 1660 weer een dalende lijn te vertonen. Qua werkgelegenheid beleefde Vlissingen zijn hoogtijdagen in de jaren 50 van de 20e eeuw. Scheepswerf De Schelde, opgericht in 1875, telde eind jaren 50 maar liefst een kleine 5000 werknemers.
Bij weinigen is bekend dat Vlissingen in de Tweede Wereldoorlog de meest gebombardeerde stad van Nederland was, vertelt de gemeentearchivaris. „Iedereen kent de bombardementen op Rotterdam en Middelburg, maar dat Vlissingen mede door zijn strategische ligging in de oorlog tientallen keren is gebombardeerd, waarbij honderden doden zijn gevallen, daar hoor je niemand over.”
Mentaliteit
Misschien komt dit ook door de mentaliteit van de Vlissingers. „Ze zeggen direct waar het op staat, maar houden ook van aanpakken. Direct na de oorlog zijn ze begonnen aan de herbouw van hun stad, die in puin lag. Handen uit de mouwen, opruimen, doorgaan. Niet zeuren. Die geest heerste er toen. Ze hadden niet de behoefte om aandacht te vragen voor het leed dat hun was berokkend. Als je nu op oude filmbeelden ziet hoe ze brokken puin fijnhakken en vervolgens gebruiken als ondergrond voor een straat of weg, dan ben je verbluft hoe ogenschijnlijk moeiteloos dat allemaal ging, terwijl dat werk toch heel zwaar was.”
Het verbaast Tramper dat er niet één hedendaags boek bestaat over de geschiedenis van zijn stad. „De laatste monografie over Vlissingen dateert van 1875.” Hij is blij dat historicus Peter van Druenen nu de geschiedenis van de Zeeuwse stad heeft geboekstaafd. ”Vissers, kapers, arbeiders” wordt op 2 april, bij het startschot van de viering van 700 jaar stadsrechten, gepresenteerd. „Het is belangrijk dat we iets wezenlijks aan deze viering overhouden. Vlissingen heeft een geschiedenis om u tegen te zeggen.”
Mede daarom gaat het gemeentearchief twee projecten opzetten om die historie tot leven te brengen. Een uitvoerige beschrijving van Vlissingen uit 1754 van Jasper Jasperse Brasser wordt volledig gedigitaliseerd en getranscribeerd. „En we gaan alle panden die tussen 1600 en 1800 in de binnenstad stonden in kaart brengen.”
Ongetwijfeld zal daarin ook Michiel de Ruyter opduiken. De Vlissingse zeeheld woonde in de Nieuwstraat 13, maar had nóg een onbekend pand in eigendom.