„Het is de grootste museumvitrine van Nederland”, zei directeur Dirk Mulder van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De villa werd in 1939 gebouwd, drie jaar voordat het kamp een zogeheten Durchgangslager van de nazi’s werd. Van 1942 tot 1945 werd die bewoond door kampcommandant Albert Konrad Gemmeker en diens gezin.

De woning is één van de weinige overgebleven originele bebouwingen langs en op het voormalige kamp, van waaruit de deportatie van 107.000 Nederlandse Joden, Sinti en Roma werd geregisseerd. De villa was de laatste jaren sterk in verval geraakt en wordt de komende jaren hersteld.

Bezoekers van het herinneringscentrum kunnen binnen de glazen stolp vrijelijk om de commandantwoning heen lopen, maar de villa zelf blijft gesloten voor het publiek. Het herinneringscentrum is bang dat de woning, volgens directeur Mulder „belangrijk oorlogserfgoed”, dan te veel wordt aangetast.

Het behoud en herstel van de villa maakt deel uit van het plan om zichtbaarder te maken hoe het kamp er in de oorlogsjaren uitzag. Vorig jaar werd in mei een originele houten woonbarak teruggeplaatst, die na de afbraak van het kamp dienst deed als landbouwschuur. Ook kocht het herinneringscentrum onlangs vijf originele goederenwagons aan die gebruikt zijn voor deportaties.

In 2014 werd het kampterrein bezocht door bijna 400.000 mensen.