Rice: Zwakke plekken in informatie over Irak
De nationale veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Bush, Condoleezza Rice, heeft donderdag toegegeven dat de inlichtingen van voor de oorlog over Irak zwakke plekken vertoonden.
Zij wees echter de roep om een onafhankelijk onderzoek naar de juistheid van die informatie van de hand. Het is de eerste keer dat iemand uit het Witte Huis zo duidelijk rekening houdt met de mogelijkheid dat de inlichtingendiensten het fout hadden in hun bewering dat Irak massavernietigingswapens had. Afgelopen week liet ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, ruimte voor twijfel.
In een reeks televisie-interviews verdedigde Rice de beslissing van Bush om de oorlog tegen Irak te beginnen. Zij zei verder dat de Verenigde Staten misschien wel nooit achter de hele waarheid over het Iraakse programma voor massavernietigingswapens zullen komen. Als reden voerde zij aan dat er in het land kort na de invasie vorig jaar maart uitgebreid is geplunderd.
Bij de zender CBS zei Rice dat „wij bewijs hebben dat er verschillen zijn tussen wat wij wisten toen we binnenvielen en wat we daar hebben gevonden.” Volgens haar is dat niet zo verrassend in een land dat zo gesloten en geheimzinnig was als Irak, „een land dat alles deed om de Verenigde Naties en de wereld te bedriegen.”
Critici zeggen dat de Amerikanen direct na de invasie niet voldoende hebben gedaan om ’gevoelige’ plaatsen afdoende af te grendelen van de buitenwereld. Daardoor zou de zoektocht naar massavernietigingswapens spaak zijn gelopen.
David Kay, de leider van het Amerikaanse wapenzoekteam, waarschuwde woensdag dat de onduidelijkheid over het Iraakse wapenpotentieel mogelijk niet wordt opgelost als gevolg van plundering van documentatiebestanden, laboratoria en militaire bases vlak na de militaire overwinning in Irak.
Kay stopte vorige week vrijdag met zijn werk, officieel om persoonlijke redenen. Bij die gelegenheid zei hij ervan uit te gaan dat de Amerikanen weinig tot niets meer vinden in Irak. Zijn team van 1400 man vond de afgelopen maanden geen sporen van massavernietigingswapens. Hij zei dat hij een onafhankelijk onderzoek steunt naar de informatie die het Witte Huis heeft gebruikt om de oorlog te rechtvaardigen. Het Witte Huis wil zo’n onderzoek vooralsnog niet. Een woordvoerder zei donderdag dat zoiets pas aan de orde zou kunnen komen als de wapenspeurders in Irak klaar zijn met hun werk.