Binnenland

Danny van Brenk (32) dankbaar ondanks levensbedreigende ziekte

HEUKELUM. „Dankbaarheid staat voorop. We hebben van zo veel mensen hulp gekregen. Hun betrokkenheid geeft kracht en energie. Zo kunnen we verder.” Danny en Charlotte van Brenk kijken door de ziekte van Danny terug op een veelbewogen jaar.

André Bijl
31 December 2014 13:00Gewijzigd op 15 November 2020 15:33
Danny van Brenk met zoon Floris (3) en dochter Isabelle (1). Van Brenk beleefde een intensief jaar door een ernstige vorm van kanker. beeld Charlotte van Brenk
Danny van Brenk met zoon Floris (3) en dochter Isabelle (1). Van Brenk beleefde een intensief jaar door een ernstige vorm van kanker. beeld Charlotte van Brenk

„Toen ik hoorde dat ik ernstig ziek was, dacht ik: maak ik de Kerst nog mee, zie ik mijn zoontje Floris naar de basisschool gaan? Dat gebeurt nu. Dat is zo mooi om te beleven”, zegt Danny (32) in de woning aan de Groenewal in Heukelum die het gezin net betrokken heeft.

Begin dit jaar werd er bij Danny van Brenk galwegkanker geconstateerd, een zeldzame vorm van leverkanker. „Ik kreeg de boodschap dat er geen behandeling meer mogelijk was. Ik had nog maar een paar maanden te leven. Niet te beschrijven wat dat met je doet. Je bent jong, in de bloei van je leven. Ik wilde er zijn voor mijn vrouw en familie. Dan zeggen ze in het ziekenhuis: Geniet van de tijd die je nog gegeven is. Maar hoe moet dat?”

Danny en Charlotte gingen op zoek naar behandelmethodes. In het Memorial Sloan Kettering Cancer Center in New York bleek een behandeling mogelijk waarbij een speciale pomp de chemo rechtstreeks in de tumor injecteert, een aanpak die effectiever is dan de reguliere therapie.

Het probleem was dat deze behandeling niet door de Nederlandse zorgverzekeraars wordt vergoed. In totaal was er voor operatie en behandeling 300.000 euro nodig. „Natuurlijk hadden we dat geld niet op de plank liggen, maar we wilden er alles aan doen om het bij elkaar te krijgen. In het vliegtuig naar New York waren we al bezig een communicatieplan te schrijven.”

Danny’s werkgever UNIT4 roosterde een manager vrij om alle ideeën uit te werken, terwijl Charlotte een speciaal opgerichte stichting runde. „Ik wil Danny de zorg geven die hij nodig heeft. We hadden al een hechte band, die is alleen maar verstevigd. Ik ga overal mee naartoe en onderhoud de contacten met artsen en ziekenhuizen.”

Het geld stroomde binnen. Inmiddels staat de teller op 275.000 euro. „Onwaarschijnlijk hoeveel mensen er reageerden. Familie, vrienden en kennissen, maar ook onbekenden. Mensen zagen het op Facebook of lazen erover in de krant.” Danny’s oude voetbalclub GVVV in Veenendaal hield een actie. De hervormde gemeente van Heukelum, waar het gezin kerkt, droeg een steentje bij en andere kerken volgden. „De school schoot te hulp, plaatselijke ondernemers deden mee. Het ging maar door. Overweldigend. Die steun deed ons zo goed.”

De ingreep slaagde, de resultaten van de behandeling zijn positief. „Het programma is intensief. Eens per maand gaan we voor chemo naar New York, op een woensdag zijn we weer thuis. Donderdag volgt er een chemokuur in Nederland. Anderhalve week later wordt mijn pomp gespoeld en volgt er opnieuw chemo. Een pittig programma. Vaak voel ik me ziek door de behandeling. Bovendien wordt mijn weerstand minder, waardoor ik makkelijk een griepje oploop. Maar het gaat redelijk goed: een scan toonde aan dat de behandeling aanslaat. Mijn lever vertoont donkere plekken: kankercellen die afsterven.” Toch blijft de spanning. Onlangs lag Danny vier dagen in het ziekenhuis vanwege hevige rugpijn. „Ze gaan uitzoeken waar dat vandaan kwam.”

Het stel kijkt in dankbaarheid terug op het afgelopen jaar. „Hoe het ook verder gaat: we hebben een warm gevoel. Al die hulp, dat is een prachtige ervaring.” Beiden putten kracht uit hun geloof. „We zijn niet verbitterd. Integendeel, ons geloof is juist versterkt. We leggen ons leven in Gods hand, accepteren de weg die Hij met ons gaat. We bidden om de juiste keuzes. En dan krijgen we ook antwoord. Mocht het toch misgaan: we geloven dat er een hemel bestaat. Dat biedt troost.” Charlotte: „Als ik verdrietig ben, ga ik bidden. Dat sleept me erdoorheen.”

Ze kijken weer vooruit. Heel voorzichtig. „Eerst leefden we bij de dag, nu durven we verder te kijken. We zijn net een paar dagen op vakantie geweest. De kerstdagen hebben we intens beleefd. Tegelijkertijd denk je juist bij zulke speciale momenten: Hoe zal het volgend jaar zijn?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer