De dollar won dit jaar gemiddeld zo’n 12 procent aan waarde in vergelijking met andere belangrijke valuta. Daarmee kende de Amerikaanse munt zijn sterkste jaar sinds 2005. Die ontwikkeling wordt weerspiegeld in de koers van de euro, die in de laatste dagen van het jaar zakte tot een dieptepunt van 1,2124 dollar. Dat is het laagste niveau in meer dan twee jaar.

De stijging van de dollar hangt samen met het herstel van de Amerikaanse economie en het vooruitzicht dat de rente in de VS waarschijnlijk in de loop van 2015 wordt verhoogd. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan maakt de Europese Centrale Bank zich juist op voor nieuwe maatregelen om de zeer lage inflatie in de eurozone te stimuleren.

Het vooruitzicht van die nieuwe stappen zorgde afgelopen maanden voor een enorme vraag naar Europese staatsobligaties. De rentes op die schuldbewijzen daalden daardoor tot historisch lage niveaus.

Zo sluit de rente op tienjarige Nederlandse leningen het jaar op het ongekend lage niveau van 0,67 procent en daalde het rendement op dergelijke Duitse obligaties naar 0,54 procent. Met minder dan 2 procent is ook de rente op Spaanse en Italiaanse staatsleningen nog maar een fractie van de torenhoge niveaus die tijdens de donkerste dagen van de schuldencrisis werden bereikt.

Het rendement en de waarde van een obligatie bewegen tegengesteld. Een dalende rente wijst op een stijgende waarde en een toenemende vraag naar het betreffende schuldpapier.

De olieprijs ging vooral in de laatste maanden van het jaar hard omlaag. Brentolie, de maatstaf voor olie uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten, kostte op oudjaarsdag iets meer dan 56 dollar per vat. Dat is minder dan de helft van de piek die in juni nog werd bereikt. Ook de prijs van Amerikaanse olie werd afgelopen halfjaar ruimschoots gehalveerd.