Watersport heeft wind in de zeilen
De watersportindustrie heeft in 2003 geen recessie ervaren. Volgens de brancheorganisatie Hiswa kenden jachtbouwers, havenbeheerders, watersportwinkels en botenverhuurders vorig jaar een groei van circa 2 procent.
In de sector werkten in het jaar daarvoor ongeveer 15.300 mensen en bedroeg de omzet circa 1,5 miljard euro.
Dat stelde directeur A. Vink van de Hiswa donderdag tijdens een presentatie van de 49e editie van de watersportbeurs, die van 17 tot en met 22 februari in de Amsterdamse RAI plaatsheeft. De groei is volgens Vink vooral te danken aan „de fantastisch zonnige zomer”, waardoor veel mensen besloten te recreëren in eigen land. Ook bleven Nederlanders door de oorlog in Irak, de besmettelijke longziekte SARS en de economisch onzekere situatie dichter bij huis.
„Veel mensen met een boot, die in voorgaande jaren hun vakantie meer in het buitenland zochten, zijn weer gaan varen. Veel boten zijn weggebracht voor onderhoud of reparatie en er was veel vraag naar onderdelen”, aldus Vink. Ook voor dit jaar verwacht hij „een plus” voor de sector.
De Hiswa zei in 2002 nog te vrezen voor forse tegenwind door het ingezakte consumentenvertrouwen en het teruglopende aantal orders in de portefeuilles van de jachtbouwers. „De jachtbouwers moesten er in 2002 harder aan trekken. Ze zaten vlak voor de levertijd van de oude orders en het duurde langer voordat er nieuwe orders binnenkwamen, maar aan het einde van het jaar kwamen ze toch binnen.”
Vink benadrukt dat de scheepsbouw in de sector minder conjunctuurgevoelig is dan andere takken van de watersport. „Sowieso worden grotere jachten vrijwel allemaal geëxporteerd en gekocht door een categorie klanten, die nauwelijks last heeft van de recessie. Ook duurt het vaak twee tot drie jaar voordat een boot klaar is.”