Na bijna vier uur handel stond de Dow-Jonesindex nagenoeg onveranderd op 18.058 punten. De brede S&P 500 steeg 0,2 procent naar 2092 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq won 0,1 procent tot 4810 punten.

De Dow werd gedrukt door Microsoft en IBM, die circa 1 procent inleverden. IBM verloor dit jaar al zo’n 14 procent en is daarmee op weg om voor het tweede achtereenvolgende jaar het slechtst presterende aandeel uit de index van dertig hoofdfondsen te worden.

De banken JPMorgan Chase en Goldman Sachs voerden de Dow Jones aan, met winsten van ongeveer 1 procent. Cisco Systems, Boeing en Home Depot volgden met plussen van 0,5 tot 0,7 procent.

De olieprijs stond gedurende de Europese handelsdag lang in de plus, maar ging maandag toch weer onderuit. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte op de termijnmarkt met bijna 3 procent tot 53,26 dollar en bereikte daarmee het laagste peil sinds het voorjaar van 2009. De aandelen van oliebedrijven Chevron en ExxonMobil weken nauwelijks af van de slotstanden van vrijdag.

Het aandeel Manitowoc klom ruim 7 procent. Voorbeurs werd bekend dat de activistische belegger Carl Icahn een belang heeft genomen in het bedrijf, dat onder meer hijskranen en professionele keukenapparatuur maakt. Icahn zou graag zien dat het bedrijf wordt opgesplitst.

De euro was maandag aan het begin van de avond 1,2145 dollar waard, tegen 1,2180 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. Mede door de zorgen over de politieke en economische toekomst van Griekenland zakte de waarde van de Europese munt naar het laagste niveau sinds augustus 2012.