Daarmee is voorlopig de kans verkeken dat de radicalen een rol in de regering krijgen. De laatsten zijn de Servische Radicale Partij (SRS) met 82 zetels en de socialisten van de voormalige Servische leider Slobodan Milosevic die 22 zetels hebben.

Hun tegenstanders van de donderdag overeengekomen coalitie zijn de Democratische Partij (DS) van interim–premier Zoran Zivkovic, de Democratische Partij van Servië (DSS) van voormalig Joegoslavisch president Vojislav Kostunica, de hervormingsgezinde groepering G17 Plus en de Servische Vernieuwingsbeweging (SPO).

Zivkovic gaf donderdagavond in Belgrado aan dat de precieze verdeling van taken en van de macht tussen de vier nog moet worden uitgewerkt. De DSS is de grootste van de vier met 53 zetels en moet waarschijnlijk de premier leveren. Vooral de verhouding tussen de DSS en de DS is slecht. Westerse mogendheden hebben daarom druk uitgeoefend op de vier partijen die ze als democratisch zien.

Ze moeten hun geschillen terzijde schuiven om gezamenlijk de anti–Westerse geesten te bezweren. Dat zijn leiders van de socialistische SPS, Milosevic, en de radicale SRS, Vojislav Seselj. Beiden zijn van het toneel in Belgrado afgevoerd en zitten in Den Haag gevangen. Ze staan daar terecht voor het Joegoslavië–Tribunaal wegens hun rol in de oorlogen rond het uiteenvallen van Joegoslavië. Voor de Westerse rol bij dat uiteenvallen is geen tribunaal opgericht. Veel Serviërs menen dat dat wel gepast zou zijn. De SRS is inmiddels de grootste partij van Servië.