Sterren in de nacht
Zelfs het somberste nieuws heeft een keerzijde. Hoe moedbenemend de berichten van de afgelopen maanden ook waren, soms stuit je plotseling op iets wat een sprankje hoop geeft. Juist tegen die zwarte achtergrond valt zo’n pareltje extra op.
Genezen ebolapatiënt nu zelf voorlichter
Bij de ramp met vlucht MH17 van Malaysia Airlines in juli kwamen 298 inzittenden om het leven, van wie 193 Nederlanders. Nederland was verstomd. Na de aankomst van de eerste lichamen op de Vliegbasis Eindhoven reden lijkauto’s in een lange stoet naar Hilversum, waar de identificatie van de slachtoffers nog altijd plaatsheeft. Duizenden mensen stonden verslagen langs snelwegen en op viaducten.
Het relaas van de 13-jarige Gita Wiegel op de nationale herdenking vorige maand in Amsterdam bracht het verdriet dichtbij. De moeder van het meisje zat in het toestel. „Mijn moeder was eigenlijk mijn alles”, zei ze. Het laatste sms’je wat ik van haar kreeg was: „Tot over 4 weken schatje, pas goed op jezelf”. Tegen de aanwezigen zei Gita: „Dat jullie aan de nabestaanden dachten, geeft ons weer een sprankeltje licht.”
Maar naast alle verdriet en woede was er ook die nabestaande die beide ouders verloor en toch over vergeving kon spreken. Samantha van Breugel-Camfferman (30) zei in een vraaggesprek met deze krant kort na de vliegramp: „Ik was eerst boos op de mensen die de aanslag op het vliegtuig hadden gepleegd. Maar de Bijbel zegt: „Vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onze schuldenaren.””
Iraakse moslims: Wij zijn allen christenen
Het geweld in Irak heeft de tegenstellingen tussen christenen en moslims ontegenzeggelijk verhard. Christenen vertellen van islamitische plaatsgenoten, die hen bij de komst van IS prompt lieten vallen. Sommigen bezweren daarom nooit meer een moslim te willen zien.
Maar dit was er ook: een groepje Iraakse moslims die christenen buiten een kerk in de hoofdstad Bagdad opwachtten met een verklaring van solidariteit. Op de A4’tjes staan teksten als: ”Ik ben een Irakees, ik ben een christen”, en ”We zijn allen christenen”. Ze wilden ermee uitdrukken dat de burgerlijke verbondenheid voor hen de religieuze verschillen overstijgt. De campagne was een antwoord op de oproep van de Chaldeeuws-katholieke patriarch Louis Sako, die had uitgeroepen: „Waar zijn jullie, gematigde moslims?”
En ook dit was er: een islamitische hoogleraar in Mosul, Mahmud al-Asali, die in juli bij de inval van –toen nog– ISIS opkwam voor de christenen in de stad. Hij weigerde stilzwijgend te accepteren dat christenen in stad slechts twee keuzes kregen: bekering tot de islam of het betaling van een speciale belasting voor niet-moslims: ”jizya”. ISIS handelde naar het besef van de jurist tegen de islamitische leefregels.
Asali betaalde zijn kritiek met zijn leven: op 20 juli werd hij door ISIS vermoord.
„Sprankeltje licht” na vliegramp
Het ebolavirus heeft dit jaar al meer dan 7500 dodelijke slachtoffers gemaakt. Terwijl het aantal gevallen in Liberia afneemt, vertoont het verloop in Sierra Leone juist een stijgende lijn. Het einde van de uitbraak lijkt daarmee nog niet in zicht.
De angst voor het virus heeft veel mensen in de landen in de greep. Genezen ebolapatiënten hebben het daarom lang niet altijd makkelijk: ze worden gemeden omdat ze nog altijd als besmettelijk worden gezien. Ook in de kerk zijn ze lang niet altijd welkom.
Maar ook dit was er: William Poopei genas van ebola en besloot zich vervolgens in te zetten voor andere ebolapatiënten. Het virus heeft de Liberiaan zelf hard geraakt: hij verloor in enkele weken maar liefst veertien familieleden aan ebola, onder wie zijn vrouw. Hij ziet het als een wonder dat hij en zijn zoontje van de ziekte zijn genezen. „Het was God Die me beter maakte en me het leven heeft teruggegeven. Maar het was niet gemakkelijk”, zegt hij in een video van Unicef.
In zijn kerk vertelde hij zijn verhaal en kreeg hij een warm welkom. „Het was zeer goed”, blikt hij terug. Hij zegt zich door God geroepen te voelen om ook anderen met ebola te helpen. „God heeft me geschapen en heeft een plan met me. Hij zei me: „William, jij moet door virus besmette kinderen gaan helpen.”” En dat doet hij nu: als voorlichter van Unicef gaat hij de huizen langs om voorlichting te geven.