Vreugde
Johannes 1:14
„Het Woord is vlees geworden.”
Laten we ons verheugen, laten de naties jubelen van vreugde (Psalm 67:5). Niet de zichtbare zon, maar de onzichtbare Schepper ervan heeft deze dag voor ons geheiligd (Johannes 1:3 en Kolossensen 1:16).
Dat gebeurde toen de maagdelijke moeder Hem uit haar vruchtbare schoot en haar onaangetaste geslacht voortbracht. Een ontvangende maagd, een barende maagd; een zwangere maagd, een vruchtbare maagd.
Waarom verwonder je je hierover, mens? God moest zo worden geboren omdat Hij mens wilde worden. Zo maakte Hij haar, Hij Die ontstond uit haar. Want voordat Hij ontstond, was Hij. En omdat Hij almachtig was, kon Hij ontstaan en tegelijk blijven wat Hij was.
Hij maakte Zich een moeder, hoewel Hij bij de Vader was; en hoewel Hij uit een moeder ontstond, bleef Hij in de Vader. Hoe zou Hij ermee kunnen ophouden God te zijn, toen Hij ermee begon mens te zijn? Dat het Woord vlees is geworden (Johannes 1:14), betekent niet dat het Woord eerst ten onder is gegaan en vervolgens in vlees is veranderd. Nee, om te voorkomen dat het ten onder ging, is het vlees naar het Woord toe gegaan.
Aurelius Augustinus,
bisschop te Hippo
(”Preek 186”, 430)