Volgens een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Noord-Korea volgen er „ernstige consequenties als de VS weigert om samen diepgaand onderzoek te doen”, aldus het Noord-Koreaanse persbureau KCNA. Welke dat zijn, is onbekend. Noord-Korea ontkent elke betrokkenheid en zegt te kunnen bewijzen niets te maken te hebben met de computerinbraken. Het land spreekt van „laster”.

Hackers vielen het Japanse filmbedrijf Sony vanaf eind november aan vanwege de film The Interview. Daarin maakt de Amerikaanse inlichtingendienst CIA plannen om de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un te vermoorden. Ook bioscopen werden bedreigd om te voorkomen dat ze de film zouden vertonen. Sony besloot de 44 miljoen dollar kostende film woensdag terug te trekken, maar kwam daar later deels op terug. Er wordt geprobeerd om de film nu op andere platforms uit te brengen.

De Amerikaanse president Barack Obama noemde het niet uitbrengen van de film „een fout”. „Wij kunnen niet in een maatschappij leven waarin een of andere dictator ergens begint in de VS censuur uit te oefenen.”

De Amerikaanse federale recherche FBI maakte vrijdag bekend er zeker van te zijn dat Noord-Koreanen de Sony-computers hebben gehackt. Volgens Obama zijn er geen aanwijzingen dat andere landen Noord-Korea bij de cyberaanval op Sony hebben geholpen.