Babic bekende dinsdag schuld aan vervolging op etnische gronden. In ruil daarvoor schrapten de aanklagers vier andere onderdelen van de aanklacht, waaronder moord. Het tribunaal spreekt zich in april uit over de strafmaat. De aanklagers hebben een celstraf van elf jaar aanbevolen. Babic kan maximaal levenslang krijgen.

Babic werd in 1991 president van de Republika Srpska Krajina, een staatje gesticht door Servische rebellen op het grondgebied van Kroatië, dat zich net van Joegoslavië had afgescheiden. Een jaar later werd hij op aandringen van Slobodan Milosevic, toen president van Servië, de laan uitgestuurd.

Onderdeel van de deal is dat Babic getuigt in processen tegen andere verdachten. Voordat hij zelf werd aangeklaagd getuigde hij al in het proces tegen Milosevic, deels achter gesloten deuren. Babic heeft onder meer een belastende verklaring afgelegd over Milosevic’ rol bij de opstand van de Serviërs in Kroatië.

In 1991 woonden er 78.000 Kroaten en 2000 moslims in de Krajina. Binnen een jaar was vrijwel de gehele niet-Servische bevolking vertrokken, gedeporteerd of gedood. Babic heeft bekend dat hij op de hoogte was van de verdrijving van Kroaten en dat hij wapens heeft verspreid onder de Servische bevolking, maar zegt pas jaren later te hebben vernomen dat honderden Kroaten zijn vermoord. De aanklagers geloven hem.