Kerk & religie

Zullen de stedelingen nog bloeien?

Rotterdam was een stad met heel veel kerkgebouwen. Dikwijls waren dat grote bouwwerken, met duizend of meer zitplaatsen. Rotterdam was een stad met heel veel kerkelijke gemeenten. Een stad met veel kerkgangers, en veel kerkelijke activiteiten. Een stad dus met veel christenmensen. Dat wás zo. Dat is niet meer zo.

ds. L. J. Geluk

18 December 2014 13:37Gewijzigd op 15 November 2020 15:18
Erasmusbrug. Beeld Sjaak Verboom
Erasmusbrug. Beeld Sjaak Verboom

In de decennia die op de Tweede Wereldoorlog volgden, liepen de kerken leeg. De ene na de andere. Vele werden afgebroken. Befaamde gebouwen als de Koninginnekerk in het centrum en de Wilhelminakerk in Zuid verdwenen uit het straatbeeld. Tientallen andere eveneens. Men kent en vindt hun standplaats zelfs niet meer.

Hun verdwijnen was niet alleen een gevolg van de ontkerkelijking. Het betekende ook een versterking van de ontkerkelijking. Kerken verdwenen, moskeeën kwamen. In enkele gevallen werd een kerkgebouw verkocht om moskee te worden. Veel mensen, ook kerkmensen, trokken weg uit de stad.

Zij gaven –begrijpelijkerwijs– de voorkeur aan een huis met een tuin in een van de randgemeenten boven een appartementje op tweehoog. Het gemeentebestuur liet de ontvolking van de binnenstad doorgaan. Nederlanders gingen, migranten kwamen. Nu leven hier zo’n 620.000 mensen, van wie ongeveer de helft van allochtone afkomst is.

In enkele decennia is Rotterdam totaal anders geworden. En dat geldt niet alleen het stadsbeeld. De grote christelijke gemeenten van vroeger zijn nu doorgaans klein. Sommige gemeenten missen al jarenlang een eigen voorganger. Beroep na beroep was tevergeefs. Gemeenten zijn opgeheven of verplaatst over de gemeentegrens.

Soeverein

Wil dit nu ook zeggen dat het christelijke element in de stad zal verdwijnen? Dat alleen seculieren en andersgelovenden in Rotterdam zullen wonen? Laat ook God langzaamaan deze rusteloze, vergaand geseculariseerde handelsstad los? Gaat de Heilige Geest met een boog om Rotterdam heen? Is er geen toekomst meer voor de christelijke gemeenten?

Er zijn mensen die inderdaad vrezen dat het over niet te lange tijd uit is met de kerk in Rotterdam. Zij zien met weemoed terug en weten boeiend over het bloeiende kerkelijk leven van destijds te vertellen. Namen van predikanten die gezien en gevierd waren, komen aan bod. Maar toekomst voor de kerk in deze stad zien zij niet of nauwelijks. Wat valt daarvan te zeggen?

In de eerste plaats kennen wij Gods plannen en wegen niet. Hij is soeverein. Hij trekt met Zijn Kerk van land naar land. Al zo lang is de Kerk er in Europa, in Nederland. Maar haar verval is groot. En wie schaamt zich nog voor haar verscheurde toestand in Nederland? Wie trekt zich de veelheid van kerken van dezelfde belijdenis werkelijk aan? Hij kan de kandelaar wegnemen (Openbaring 2:6). De kandelaar weg betekent: het Woord weg, de sacramenten weg, het licht weg. Wij weten van gebieden in de wereld waar dit is gebeurd of bezig is te gebeuren. Vormen kunnen eventueel nog een poosje blijven, maar het geestelijk leven is weg.

Maranatha

Nu ja, kan men zeggen, de kerk weg uit de stad; in de dorpen en kleine steden is de situatie heel anders, veel gunstiger. Daar is nog veel kerkgang, daar zijn de laatste jaren kerken gebouwd met grote aantallen zitplaatsen en die zijn ’s zondags bezet! Dat mag zo zijn, maar in de regel volgt –op afstand van tijd– het dorp na de grote stad. Wat heeft dat dus te zeggen voor de kerk in de niet-stedelijke gebieden?

Wij bedenken dat het Evangelie door de apostel Paulus niet naar dorpen en landelijke gebieden is gebracht, maar naar steden. Dáár, en niet op het platteland, ontstonden door de werking van de Heilige Geest de eerste christelijke gemeenten, meestal vanuit de synagoge.

Vervolgens, als wij het over de toekomst hebben, realiseren wij ons dat een christen die het hart op de goede plaats heeft, een Maranathachristen is. Hij rekent met de belofte dat Christus opnieuw zal komen en heeft geen behoefte aan beschouwingen over de kerk hier en nu op de lange termijn. Bovendien is het doortrekken van lijnen naar de toekomst op grond van de statistiek van het verleden volstrekt nietszeggend.

Psalm 72

Is er nog hoop voor de stad, voor de christelijke kerk in de stad, voor de kerk in Rotterdam? Psalm 72 (in de berijming van 1773) is heel positief: „De stedelingen zullen bloeien.” Klinkt dat niet als een belofte, ook voor de tegenwoordige situatie? Dat kunnen we niet zeggen. De psalm zingt van de Messiaanse Koning en van de wijze waarop Hij regeert. In Zijn stad is het goed en veilig wonen. Daar is vrede en veiligheid, en ontbreekt het niet aan welvaart en vreugde. Maar welke stad kan zich erop laten voorstaan de stad van deze Koning te zijn?

Een handreiking vinden we in Jeremia 29. De brief die de profeet aan de ballingen in Babel schrijft, ontneemt hun de illusie dat zij in korte tijd naar Jeruzalem zullen terugkeren. Zij dienen zich te schikken in de nieuwe, vreemde omgeving en dáár op een positieve wijze te staan, door de vrede voor de stad te zoeken en voor haar tot de Heere te bidden. Met andere woorden: laten zij in de totaal heidense omgeving vasthouden aan Israëls God en als belijders van Zijn Naam voor de stad bidden, opdat er ruimte voor hen zal zijn om er te leven en ook de stad zelf mag delen in de vrede van God.

Nacht

Zou hierin niet een weg gewezen worden voor de christelijke gemeenten in een stad als Rotterdam en andere steden waar de sporen van de christelijke historie goeddeels zijn uitgewist? Waar het beleid in de eerste plaats door niet-christenen wordt gemaakt, waar de zondagsrust is afgeschaft en alles draait om de economie? Als daar geen kerk meer is, valt de nacht. Daar keert het harde heidendom terug.

Wat de allochtone Rotterdammers betreft: dat zijn niet allemaal moslims, boeddhisten of seculieren. Onder hen zijn er niet weinig die het christelijk geloof belijden. Er zijn ver over de honderd christelijke gemeenten in Rotterdam. Dikwijls klein van omvang, maar ze zijn er. Daardoor klinkt de lofzang in vele talen en daarin wordt het Evangelie gepredikt.

Heel verrassend is het dat veel jonge mensen de laatste tien, twintig jaar na hun studie in de stad blijven of naar de stad komen, omdat zij op de een of andere wijze begrijpen: hier hebben wij een taak. Ook heeft het gemeentebestuur gekozen voor een andere lijn: na de langdurige ontvolking van de binnenstad wordt er nu gewerkt aan het meer bewoonbaar maken daarvan.

Goede Herder

Er zijn ouderen van buiten de gemeentegrens die zich inzetten voor het kerkenwerk in de stad. Omzien is er vanuit christelijke gemeenten naar mensen aan de onderkant van de samenleving, inzet voor mensen die geen helper hebben, zegenrijk werk voor mensen in nood. Initiatieven zijn er, waardoor mensen die lang geleden iets met de kerk hadden, weer worden aangesproken. En mensen die niets met de kerk hebben de weg naar de kerk vinden en zich laten dopen. Tekenen zijn er van nieuw leven, getuigenissen van de wondere genade van God. Vormen van kerkelijk leven worden gevonden die niet altijd de geijkte vormen zijn, gestalten die anders, maar daarom niet on-Bijbels zijn.

Het is geen gemakkelijke zaak om in een samenleving die niet meer weet van waarden en normen een belijdende en getuigende gemeente te zijn, maar daar gaat het wel om. En dat niet in zelfoverschatting, in de trant van: „Dat kunnen wij wel en dat zullen wij wel”, maar in afhankelijkheid van God, in de navolging van Christus. Het leven van de mens, ook de postmoderne mens, zonder Christus is leeg. Wie heeft hij meer nodig dan Christus? Waar kan hij Christus vinden, waar door Christus gevonden worden, als er geen christelijke kerk meer is? Als in de grote stad het onaangepaste Evangelie van de gekruisigde en opgestane Christus niet meer wordt gehoord? Wat moet er van steden worden wanneer er geen christelijke gemeenten meer zijn, die vanuit Christus’ bewogenheid uitgaan naar de schapen die zonder herder ronddwalen (Matth. 9:36)?

De tijd van de massale kerkgang is voorbij, maar elk schaap dat verloren was en werd gevonden is de goede Herder alles waard. Omdat Christus leeft en Overwinnaar is, is er hoop. Daarom is het mogelijk om met goede moed te wonen en te werken in een stad waar veel duisternis is. Waar Christus intrek neemt in het hart van zondige mensen wordt het licht en gaan stedelingen bloeien.

De auteur is hervormd emeritus predikant in Rotterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer