Knielende moslims in voormalige kerk
De gebedsoproep van de Rotterdamse An-Nasrmoskee schalt door de straten. In het gebouw van de voormalige hervormde Mathenesserkerk drommen moslimmannen naar binnen voor het vrijdagmiddaggebed. Om exact 12.34 uur buigen ze massaal de knieën. Het voorhoofd raakt daarbij de vloer.
Vrijdagmiddag, 5 december. Uit alle hoeken en gaten spoeden moslims uit de wijk Nieuwe Westen zich naar de An-Nasrmoskee. Sommigen dragen islamitische gewaden, anderen komen in trainingsbroek en een paar sportschoenen eronder. De meesten zijn lopend. Een enkeling fietst naar de moskee. Een jonge Marokkaan parkeert zijn scooter naast een kledingcontainer van het Leger des Heils. Voor de moskee staat een scootmobiel.
De mensen verzamelen zich in kleine groepjes voor het bruine gebouw en begroeten elkaar hartelijk. Enkele mannen –oranje hesje aan met ”Security” erop– zien erop toe dat alles ordelijk verloopt.
Naarmate het moment van het vrijdagmiddaggebed nadert, dromt de menigte naar binnen. Ook vrouwen –zelfs een in een boerka– komen naar de moskee. Zij nemen de ingang naar de vrouwenruimte. Even na halfeen beginnen de luidsprekers van de minaret te schallen. De onverstaanbare geluiden klinken door de straten. Enkele laatkomers komen haastig aanlopen, trekken hun schoenen uit en betreden de gebedsruimte. Die is inmiddels bomvol.
Dan, om 12.34 uur, exact volgens de islamitische gebedskalender, buigen de moslimmannen massaal de knieën. Het voorhoofd raakt daarbij de vloer. „Allah akbar.” Dat ritueel herhaalt zich ettelijke malen.
Ondanks het vrijdagmiddaggebed heeft Mustapha, een man van tweede helft dertig, tijd voor een kleine rondleiding. Hij was „nog heel klein” toen de islamitische gemeenschap in de jaren tachtig de Mathenesserkerk kocht. Voordat de kerk moskee werd, moest er het nodige worden verbouwd, weet de Marokkaanse Nederlander. Zo zijn alle kerkbanken eruit gesloopt, evenals de preekstoel.
Op de balustrade staan Arabische teksten. Aan verschillende wanden hangen rekken met daarin boeken. „Dat zijn Korans”, zegt Mustapha. „Vaak blijven mannen na het gebed in de moskee om daarin te lezen.”
Sommige dingen herinneren nog aan het kerkelijk verleden, zoals een bordje met daarop ”Dit kerkgebouw werd voltooid onder het bestuur der kerkvoogden” en daaronder een aantal namen. Door de grootscheepse verbouwing kunnen er nu zo’n 1700 mensen in de moskee. Beneden bidden de mannen, boven de vrouwen.
Architectuurprijs
Weinig kerken ondergingen hetzelfde lot als de Mathenesserkerk. De christelijke gereformeerde kerk aan de Coloniastraat werd in 2010 verkocht aan evangelische gemeente De Brandaris en behield daarmee haar kerkelijke functie. Op deze koude decembermiddag is er niemand in het monumentale gebouw.
Volgens de website van de gemeente is het interieur ingrijpend verbouwd. Zo is de „enorme ruimte” van de begane grond met de galerij nu „vervangen door drie betonnen vloeren, die elk hun functie hebben gekregen.” Verder heeft het gebouw nu onder meer een „koffiebar met rolluiken” en een „professionele restaurantkeuken.” Het geheel werd vorig jaar zelfs genomineerd voor de Rotterdamse Architectuurprijs.
Nieuwe Oosterkerk
Ook de gereformeerde Nieuwe Oosterkerk ging over in andere kerkelijke handen. In 1981 kocht Pinkstergemeente Kom en Zie het gebouw. „Op een wonderlijke manier kregen wij de Nieuwe Oosterkerk op de hoek van de Gerdesiaweg en de Boezemweg”, staat er in een introductieboekje van de gemeente.
Leo van der Veeken (58) is er sinds zeven jaar koster. Vier jaar geleden werd de kerk voor het eerst verbouwd, weet hij. In de kerkzaal staan rijen stoeltjes. Er is plaats voor zeker 600 mensen. Boven het podium hangen twee grote schermen waarop liederen geprojecteerd kunnen worden. Ook staan er een drumstel, een vleugel en zelfs een orgel.
Het laatste instrument wordt vooral gebruikt bij het zingen van liederen van Johannes de Heer. Van der Veeken: „Afgelopen jaar is er weinig op gespeeld, maar dat zal nu wel snel veranderen. Toevallig is het orgel afgelopen week gestemd.”
Naast de kerkzaal heeft de gemeente nog tal van ruimten die voor diverse doeleinden worden gebruikt. Zo deelt de voedselbank er elke vrijdagmorgen etenswaren uit. Ook is er een winkeltje waarin tweedehands kleding wordt verkocht.
Tot eind jaren 90 kwam de gereformeerde gemeente in Nederland Rotterdam-Centrum samen in de Nieuwe Oosterkerk. Die gemeente werd op 31 december 1998 opgeheven.
Studentenwoningen
In de rooms-katholieke Verlosserkerk aan de Goudse Rijweg werd in 1978 de laatste mis opgedragen. Na jarenlang gesteggel over een passende herbestemming werden er studentenwoningen in gemaakt.
Van een afstandje blijft het gebouw, dat hoog boven de naastgelegen panden uittorent, herkenbaar als kerk. De naambordjes en bijbehorende bel bij de entree verraden wel dat het gebouw tegenwoordig fungeert als appartementencomplex.
Desiré (21) loopt net naar buiten. De studente woont sinds dit jaar met drie vriendinnen in een vierkamerappartement. Ze merkt er weinig van dat ze in een voormalige kerk woont. „Ik woon aan de achterkant. Die is later bijgebouwd. Alleen als ik door het gebouw loop, zie ik aan de vorm dat het een kerk is geweest.”
In de kamers wonen alleen studenten of net afgestudeerden. „Een jaar na je studie moet je vertrokken zijn.”
Meeste leegstaande kerken tegen de vlakte
Zeker 58 Rotterdamse kerkgebouwen zijn sinds de jaren 70 van de vorige eeuw voor het oorspronkelijke doel overbodig geworden. Dat blijkt uit een inventarisatie van deze krant. Vooral rooms-katholieke bedehuizen (ten minste 22) werden overtollig. Ook kwamen er zeker veertien gereformeerde kerken en minimaal twaalf hervormde kerken leeg te staan.
De gegevens zijn ontleend aan het in 2008 verschenen rapport ”Geloof in de toekomst! Strategisch plan voor het religieus erfgoed”, het archief van deze krant, mededelingen van RD-lezers en enkele telefoontjes met gemeenten in Rotterdam die behoren tot de Protestantse Kerk in Nederland.
Mogelijk ligt het exacte aantal bedehuizen dat een andere bestemming kreeg dan wel gesloopt werd, nog hoger. Zo wist het bisdom Rotterdam geen actuele gegevens aan te leveren. Evenmin moet worden uitgesloten dat enkele kleine kerkelijke denominaties kerkgebouwen hebben afgestoten, maar onder de radar van deze inventarisatie zijn gebleven.
De meeste kerken (dertig) werden gesloopt. Een van de bekendste bedehuizen die dit lot ondergingen, was de hervormde Koninginnekerk aan de Boezemsingel. Vorig jaar werd dit kerkgebouw door lezers van het Nederlands Dagblad uitgeroepen tot mooiste gesloopte kerk van Nederland.
Van de godshuizen die niet werden gesloopt, bleef het merendeel (vijftien) zijn kerkelijke functie behouden. Meestal werd het gebouw gekocht door een migrantenkerk of een internationale kerk. Zo kocht Victory Outreach in 2004 het bedehuis van de gereformeerde gemeente aan het Mijnsherenplein. Ook enkele evangelische gemeenten en pinkstergemeenten kochten een kerkgebouw van een van de gevestigde kerken. De van origine gereformeerde Laankerk in Kralingse Veer werd in 1997 gekocht door de vrije oud gereformeerde gemeente Kralingse Veer. In 2007 voegde de gemeente zich bij de Hersteld Hervormde Kerk, zodat tegenwoordig op zondag de hersteld hervormde gemeente Kralingse Veer samenkomt in de Laankerk.
Andere bedehuizen werden verbouwd tot appartementencomplex, multifunctioneel centrum, theater of rouwcentrum. Enkele kerken werden omgebouwd tot moskee, zoals de hervormde Mathenesserkerk en de gereformeerde Duyststraatkerk. Ook een zaaltje in de Van Eversdijckstraat waar vroeger de oud gereformeerde gemeente in Nederland in Charlois samenkwam, wordt als islamitische gebedsruimte gebruikt. Omdat deze zaal nooit een officieel kerkgebouw is geweest, is deze buiten de inventarisatie gelaten. De gereformeerde Putsepleinkerk in Rotterdam was de eerste Nederlandse kerk die als moskee werd gebruikt. Het gebouw werd in 1981 gesloopt.
De afgelopen decennia werden er ook nieuwe kerken gebouwd. Op de plaats van de beroemde Pauluskerk aan de Mauritsweg, die in 2007 tegen de vlakte ging, verrees vorig jaar een nieuwe kerk.
De komende tien jaren zullen er landelijk nog 1200 kerksluitingen volgen, stelde het rapport ”Geloof in de toekomst! Strategisch plan voor het religieus erfgoed” in 2008. Daarvan moet de grootste klap nog komen, aldus Nicole Roeterdink, destijds betrokken bij het onderzoek. „Een kerkgebouw verkopen valt in deze tijd niet mee. Veel kerken, ook in Rotterdam, maken daarom eerst hun vermogen op. De verwachting is dat de komende jaren –Rotterdam niet uitgezonderd– heel wat kerken voorgoed hun deuren sluiten.”