Kippenhouders controleren vaker
De Nederlandse pluimveehouders letten extra goed op de eerste tekenen van vogelgriep. Volgens voorzitter Wolleswinkel van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP) worden bedrijven sinds de uitbraak vorig jaar extra en vaker gecontroleerd.
Deze onderzoeken, die vooral bij kalkoenfokkerijen en kippenboerderijen „met uitloop” worden gehouden, richten zich op het opsporen van de mildere varianten van de vogelpest. Wolleswinkel noemt deze „de voorpost” van de meer agressieve en besmettelijke varianten zoals de vogelgriep die nu in Azië rondwaart. Bedrijven waar een milder virus gevonden wordt, worden meteen geruimd op kosten van de sector zelf.
Volgens Wolleswinkel zit de schrik er onder de Nederlandse pluimveehouders goed in nu de vogelgriep in Azië om zich heengrijpt. De voorzitter zegt dagelijks vele telefoontjes te krijgen van verontruste kippenboeren. „Juist nu in Nederland de herstart zo’n beetje voltooid is, zijn we extra voorzichtig.” Aan een nieuwe uitbraak in Nederland zegt hij niet te willen denken.
Het is om die reden ook dat de NOP de afgelopen dagen flink gehamerd heeft op extra maatregelen bij de Europese Commissie en het ministerie van Landbouw. De voorzitter vindt dat de invoer van het vogelgriepvirus „bij de poorten van Europa” moet worden tegengehouden. Ook siervogels moeten daarom aan het importverbod geloven, ondanks de dertig dagen quarantaine. Want het risico bestaat volgens Wolleswinkel zo toch dat „je het virus het land inhaalt.”
Nauwgezet volgt de NOP-voorzitter nu de ontwikkelingen in Azië en welke maatregelen de overheden daar nemen om de vogelgriep te bestrijden. Over de vraag of regeringen daar moedwillig de uitbraak hebben stilgehouden, wil Wolleswinkel zich niet uitlaten. Al stelt hij wel dat ze „veel te laconiek” hebben gereageerd. „Wat mij het meest opvalt, is dat het nu ineens zo snel gaat.”
Het gaat daarbij volgens hem om de keuze direct in te grijpen zodra er vermoedens bestaan van een besmetting of hiermee te wachten totdat het officieel is vastgesteld. De voorzitter wijst daarbij op de handelsbelangen die een land als Thailand heeft.
De grootscheepse uitbraak van de vogelgriep in Azië zal een „prijsopdrijvend effect” hebben voor het pluimveevlees, zo verwacht Wolleswinkel, omdat er voorlopig wereldwijd minder kippenvlees is.