Koopkracht in 2015 stijgt meer dan verwacht
DEN HAAG (ANP). De meeste mensen gaan er volgend jaar meer op vooruit dan op Prinsjesdag werd geraamd. Gemiddeld is er een koopkrachtstijging van 0,75 procent.
Dat is een kwart procent meer dan gedacht. Dat komt door de lagere inflatie, een lagere nominale zorgpremie en doordat de pensioenpremie voor ambtenaren lager uitvalt. Dat laatste heeft ook een drukkend effect op andere pensioenpremies. Het Centraal Planbureau meldde vorige week al dat de koopkracht er volgend jaar wat beter uitziet.
Voor dit jaar wordt de gemiddelde koopkracht een kwart procent naar beneden bijgesteld. Dat komt doordat de lonen minder zijn gestegen dan verwacht.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft dat dinsdag aan de Tweede Kamer geschreven. In zijn brief geeft hij een toelichting op de loonstrookjes in januari. Door het kabinetsbeleid verandert er volgend jaar nogal wat. Asscher waarschuwt dat mensen niet te snel conclusies moeten trekken. Zo gaan werknemers op het minimumloon er volgens hun loonstrookje maandelijks tot een tientje op achteruit, maar uiteindelijk stijgt hun koopkracht toch doordat ze minder belasting gaan betalen.
Aan de andere kant zijn niet alle maatregelen die de koopkracht bepalen op de loonstrookjes vermeld. „Als gevolg van onder meer het vervallen van de eenmalige gemeentelijke uitkeringen, hogere zorgpremies, bezuinigingen op de zorgtoeslag en hervorming van de kindregelingen is de koopkrachtontwikkeling minder positief dan het loonstrookjeseffect”, schrijft Asscher.