Asscher past fraudewet aan na kritiek
DEN HAAG (ANP). De hoogte van de boetes voor fraude met uitkeringen wordt aangepast. Voortaan zullen de uitkeringsinstanties UWV, SVB en gemeenten bij overtredingen meer letten op de ernst van de overtreding en de omstandigheden. Ook zullen ze er meer rekening mee houden of de ontvanger van een uitkering verwijtbaar heeft gehandeld.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft dat dinsdag aan de Tweede Kamer geschreven. Het kabinet heeft de fraudewet aangepast na een rechterlijke uitspraak en scherpe kritiek van de Nationale ombudsman en een aantal Kamerfracties. Volgens hen moeten burgers nu na vergissingen en kleine overtredingen torenhoge boetes betalen, terwijl de ‘echte boeven’ vaak vrijuit gaan.
PvdA-Kamerlid John Kerstens reageert tevreden. „Fraudeurs moeten worden aangepakt. Mensen die door de bomen het bos niet meer zien, of zich vergissen, niet.” De PvdA stemde destijds tegen de wet.
Er wordt voortaan alleen nog een boete van 100 procent van het gefraudeerde bedrag opgelegd als er met opzet is gefraudeerd, meldt Asscher. Bij grove schuld volgt een boete van 75 procent. In de overige gevallen bedraagt de boete 50 procent van het gefraudeerde bedrag. Bij verminderde verwijtbaarheid is de boete 25 procent van dit bedrag. De ten onrechte ontvangen uitkering moet wel altijd worden terugbetaald.
Asscher onderstreept dat het doel van de wet niet verandert: fraudeurs aanpakken, zodat sociale voorzieningen terechtkomen bij mensen die ze het hardst nodig hebben.
De fraudewet, die vorig jaar werd ingevoerd, had een bezuiniging van 140 miljoen euro moeten opleveren. Asscher bekijkt nog of de aanpassingen leiden tot gevolgen voor de schatkist.
De brief van Asscher komt woensdag naar verwachting aan bod in een debat in de Kamer.