Schriftuurlijk
Mattheüs 28:19
„Hen dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes.”
De gehele profetische en apostolische Schrift gebiedt met grote eenstemmigheid dat Christus aangebeden en aangeroepen moet worden, en beveelt in Hem te geloven. Dus kent de Schrift Hem een oneindige macht toe, omdat Hij overal tegenwoordig is, in de harten ziet en verhoort, omdat Hij gerechtigheid geeft en eeuwig leven. Het is dus noodzakelijk dat er in Christus een goddelijke natuur is. Er bestaan immers duidelijke getuigenissen over het aanroepen van Christus en over het geloven in Christus. Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven (Mattheüs 11:28). Die in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven (Johannes 3:36). In die dag zal de wortel van Isaï staan tot een banier der volken; de heidenen zullen Hem aanroepen (Jesaja 11:10). En de Koning zal uw schoonheid begeren, omdat Hij uw God is, en zij zullen Hem aanbidden (Psalm 45:12). En zij zullen Hem vrezen, zolang de zon en de maan er zullen zijn (Psalm 72:5). Evenzo: zij zullen Hem altijd openlijk aanroepen. Heere Jezus, ontvang mijn geest (Handelingen 7:58). Onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus, zal onze weg tot u leiden (1 Thessalonicensen 3:11). Onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons liefgehad heeft en eeuwige vertroosting gegeven heeft en goede hoop op genade, zal u bevestigen (2 Thessalonicensen 2:16). Zie ook nog Genesis 48:16.
Philippus Melanchthon, theoloog te Wittenberg
(”Loci communes”, 1551)