Ontsierd woestijnlandschap Israël in ere hersteld
MITZPE RAMON. Het woestijnlandschap op een afstand van ongeveer tien minuten rijden van de Israëlische plaats Mitzpe Ramon ziet er voor de gewone bezoekers ongeschonden uit. Toch heeft hier een enorme metamorfose plaatsgehad. Hier bevond zich namelijk een kleimijn.
De plek die we bezoeken ligt in de Ramonkrater in de Negevwoestijn. De krater is niet ontstaat door de inslag van een meteoriet, maar door erosie. Geologen zeggen dat de Grote Syrisch-Afrikaanse Slenk (Riftvallei) vele jaren geleden de Aravavallei creëerde. Water begon naar het laagland te stromen, waardoor het zachte zandsteen in de Negev wegsleet en kraters veroorzaakte. De krater is circa 40 kilometer lang en 10 kilometer breed en heeft wanden van zo’n 300 tot 400 meter hoog. Wetenschappers vonden in de krater overblijfselen van regenwouden, fossielen van zeedieren en sporen van oude vulkanen.
Door de erosie kwamen rotslagen bloot te liggen die rijk zijn aan mineralen en andere materialen. Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw begonnen Israëliërs hier op tientallen plekken grondstoffen te delven. De materialen die hier gewonnen werden bleken onder andere bestand tegen zeer hoge temperaturen. De werkers van deze open mijnen vestigden zich in de stad Mitzpe Ramon.
Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw raakten de eerste mijnen in onbruik en ruim tien jaar geleden werden de laatste mijnen gesloten. Ondertussen begonnen de Israëliërs steeds meer het belang van natuurbehoud in te zien. Aan de ontsiering van het landschap moest wat worden gedaan.
In 1994 besloot de Israëlische regering het toerisme naar de Ramonkrater te bevorderen en de mijnbouw te reduceren en onder streng toezicht te stellen. In de Ramonkrater en de vier andere kraters mochten geen nieuwe mijnen meer worden geopend. Het Mijnenherstelfonds moest in samenwerking met de Natuur- en Parkendienst en andere overheidsinstanties de oude mijnen in ere herstellen en weer in balans te brengen met de plaatselijke natuur. In totaal ging het om een oppervlakte van circa 330 hectare.
Het herstelproject heeft vijftien jaar geduurd en is inmiddels afgerond. Met uitzondering van een klein deel is nu de hele krater beschermd gebied. De stenen die Israël zelf nog nodig heeft, importeert het hoofdzakelijk uit Turkije en China.
Het herstelfonds begon met de mijnen langs snelweg 40 — de weg tussen Mitzpe Ramon en Eilat. Ben Drori van de Natuur- en Parkendienst vertelt op de plek waar een grote kleimijn was dat het niet gemakkelijk was het landschap te herstellen. „Er bleek weinig wetenschappelijke literatuur te bestaan over ecologische restoratie, want er was weinig belangstelling voor de woestijn.”
De ecorestaurateurs vulden het land weer op en plaatsten stenen terug. Drori is zich ervan bewust dat het niet helemaal zal lukken de natuur in de oude staat terug te brengen. Maar het is wel nodig die te benaderen. Inmiddels is zijn kennis van herstel van woestijnlandschap zo groot dat hij lezingen houdt voor ecologen uit het buitenland.
Aan de andere zijde van de autoweg bevindt zich het Gekleurd Zandpark. Daar kunnen kinderen in hopen zand van verschillende kleuren spelen. Borden geven uitleg over de verschillende geologische perioden. De metamorfose in dit deel van de Negevwoestijn lijkt vooralsnog geslaagd.