Nederland, Duitsland en Denemarken pleiten voor zo’n drastische verkorting van de toegestane transporttijd. Ze roepen de Europese Commissie zondag om op meer te doen om het welzijn van dieren te verbeteren. Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken organiseerde daarover zondag een bijeenkomst met haar Duitse en Deense collega’s.

De drie landen willen ook dat jonge kalveren pas op transport gaan als ze zeker twee weken oud zijn en niet zoals nu al met tien dagen. In de eerste veertien dagen zijn kalveren helemaal afhankelijk van melk, waardoor tijdens transport voeden en drinken lastig is. Dijksma en haar collega’s pleiten ook voor meer ruimte voor de dieren tijdens hun transport.

Dijksma: „Het is terecht dat er veel aandacht is voor het welzijn van onze dieren. En Nederland loopt daarin voorop. Dierenwelzijn houdt echter niet op bij de grens. Een Europese aanpak voorkomt meer onnodige welzijnsproblemen en creëert tegelijk een gelijk speelveld.”

De drie bewindspersonen kijken ook naar andere maatregelen. Zo is gesproken over de rondeelstallen. Dat zijn stallen waar kippen hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. De stallen kennen ruimtes om te scharrelen en ruimtes waar de kip een ‘stofbad’ kan nemen. In tegenstelling tot de reguliere pluimveehouderijen hoeven de snavels van kippen in rondeelstallen niet gekapt te worden en kunnen de kippen naar buiten wanneer ze dat willen.