In november werd het plan om de stad uit haar financieel penibele situatie te halen goedgekeurd door een Amerikaanse rechter. Daarvoor wordt ruim 7 miljard dollar (5,66 miljard euro) aan schulden kwijtgescholden en wordt er 1,4 miljard dollar opnieuw geïnvesteerd in de stad.

Detroit liet zich in 2013 failliet verklaren; het bankroet gold als het grootste ooit in de Amerikaanse geschiedenis. De stad vroeg bescherming aan tegen schuldeisers, die samen 13 miljard euro kregen van de stad. Die is vooral bekend om de grote automerken die er vandaan komen, zoals Ford, Buick, Cadillac en Chrysler.

Diezelfde autoindustrie nekte uiteindelijk de stad. Die zorgde voor een flinke bevolkingsgroei, waardoor Detroit zelfs de vierde stad van het land werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Maar toen de merken werden overvleugeld door met name Aziatische concurrenten, volgden ontslagen en sloten fabrieken. Mensen verlieten het centrum van de stad, wat betekende dat er minder belastinggeld binnenkwam.

Maar tegelijk betaalde Detroit zich blauw aan de uitkeringen, pensioenen en gezondheidszorg voor overgebleven ouderen en werklozen. Bovendien moesten wijken waar nauwelijks iemand woonde, nog wel gas, licht en water krijgen.

Er wonen nog zo’n 700.000 mensen in de stad, die nu een nieuwe start moet maken. Dat gaat gebeuren zonder crisismanager Kevyn Orr aan het roer. Op het moment dat het papierwerk rond is, zit zijn taak erop en nemen de burgemeester en de wethouders het weer over. „De realiteit is dat de stad vooruitgaat en dat geeft me veel voldoening. De stad is voorbereid op een nieuw hoofdstuk”, aldus Orr.