Weense dirigent Nikolaus Harnoncourt viert 85e verjaardag
De naam Nikolaus Harnoncourt is voor altijd verbonden met de oudemuziekbeweging. Toch deed en doet de Weense maestro, die zaterdag 6 december zijn 85e verjaardag vierde, meer. Veel meer. Het oeuvre dat hij dirigeert, beslaat meer dan vijf eeuwen.
Ondanks zijn leeftijd is Harnoncourt nog zeer actief. Vandaag en morgen staat hij bijvoorbeeld in Wenen op de bok om met zijn eigen Concentus Musicus Wien de ”Schöpfung” van Haydn uit te voeren. Volgende maand is hij in Salzburg present tijdens de Mozartwoche 2015, waar hij de Wiener Philharmoniker dirigeert in werk van Schubert. Ook qua ontwikkeling staat de dirigent niet stil. Juist dit najaar verraste hij zijn publiek door met de populaire Chinese pianist Lang Lang in zee te gaan: voor het label Sony maakten Lang Lang en de Wiener Philharmoniker onder leiding van Harnoncourt ”The Mozart Album”.
In Nederland werd de Weense musicus aanvankelijk vooral bekend door zijn connecties met oudemuziekspecialist Gustav Leonhardt. Samen met zijn vrouw, de violiste Alice Hoffelner, speelde Harnoncourt begin jaren 50 als cellist in het Leonhardt Baroque Ensemble. Dat gezelschap stelde zich ten doel de cantates van Bach uit te voeren op historisch verantwoorde manier.
In diezelfde tijd richtten de Harnoncourts in hun huiskamer in Wenen het gezelschap Concentus Musicus Wien op. Ook dat orkest hield zich bezig met de authentieke uitvoeringspraktijk. De gezelschappen van Leonhardt en Harnoncourt sloegen begin jaren 70 de handen ineen voor een gezamenlijk project: het opnemen van alle cantates van Bach. In 1990 was deze immense klus geklaard.
Intussen had Harnoncourt ook zijn naam gevestigd als dirigent van grote orkesten. Historisch was in 1975 de uitnodiging om het Amsterdamse Concertgebouworkest te dirigeren bij de uitvoering van de ”Johannes Passion”. De Weense dirigent brak met een lange traditie toen hij het stuk uitvoerde met een sterk verkleinde koor- en orkestbezetting en met hogere tempi dan gebruikelijk. Een heftige discussie was het gevolg. Jaren later worden veel van Harnoncourts uitgangspunten door velen gedeeld.
De activiteiten van de dirigent beperkten zich echter niet tot Bach en oude muziek: al in 1971 debuteerde hij in het Weense theater met een opera van Monteverdi. Een hele cyclus volgde, waarna Harnoncourt een reeks Mozartopera’s leidde. Sindsdien dirigeerde de maestro zowel talloze grote orkestwerken als de grote opera’s. Weber, Schubert, Haydn, Brahms, Bruckner, Dvorak, Bartok, Verdi, Wagner, Gershwin: hij heeft het allemaal gedaan.
The New York Times typeerde Harnoncourt eens als iemand die met een „hartstochtelijke intensiteit” musiceert. „Je kunt het horen in zijn uitvoeringen, je kunt het lezen in zijn ogen: een glinstering van vuur.” Terwijl andere grondleggers van de oudemuziekbeweging –Leonhardt, Frans Brüggen– inmiddels zijn overleden, mag Harnoncourt nog even doorgaan met zijn passie: het muzikale vuur laten overslaan.