Het Koerdische parlement in Irbil stuurde in oktober een brief aan Washington, Londen en Ankara waarin het vertrek van het korps wordt geëist, aldus Neschirwan Barzani, de premier van het gedeelte van Noord-Irak dat wordt beheerst door de Koerdistaans Democratische Partij (KDP). De Koerden stellen in de brief dat het korps sinds de val van het regime van Saddam Hussein geen functie meer heeft.

Turkije stationeerde het korps in Noord-Irak om toezicht te houden op een grenslijn tussen gebieden die worden beheerst door de KDP en haar rivaal, de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK). De eenheid bestaat uit ongeveer 400 manschappen, grotendeels Iraakse Turkmenen en Iraakse Assyriërs, etnische minderheden in Irak. De leiding van het korps berust bij Turkse officieren.

Barzani zei dinsdag dat zijn partij om een bijeenkomst heeft verzocht om de kwestie van de Peace Monitoring Force (PMF) op te lossen. De drie benaderde landen hebben nog niet op het verzoek geantwoord, waardoor nu alle opties openstaan, zei de Koerdische leider.

Een Amerikaanse legerwoordvoerder, James Bullion, liet weten het onwaarschijnlijk te achten dat de Koerden stappen zullen zetten om de vredesmacht tot vertrek te dwingen. Bullion stelde dat de kwestie op dit moment internationaal gezien geen hoge prioriteit heeft. Hij zei ook dat de Turkse vredestroepen zullen vertrekken zodra in Noord-Irak een Koerdische coalitieregering is gevormd.

De regering in Ankara is bezorgd over de mogelijke vorming van een autonome Koerdische staat in Noord-Irak, omdat zij vreest dat de Turkse Koerden daardoor worden bemoedigd in hun aspiraties voor autonomie.

De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan brengt later deze week een bezoek aan de Amerikaanse president George Bush in het Witte Huis. Erdogan herhaalde in de aanloop naar die ontmoeting nog eens dat Turkije gekant is tegen iedere „etnisch georiënteerde federatie” in het naoorlogse Irak.