„Ik neem geen woord terug van wat ik gezegd heb. Ik heb namelijk niets verkeerd gezegd”, aldus Wilders in zijn verklaring, die hij het ANP heeft gestuurd.

Het verhoor maandagochtend vond plaats in opdracht van het Openbaar Ministerie. Dat maakte in oktober bekend dat het Wilders vanwege diens ‘minder Marokkanen’-uitlatingen op 19 maart verdenkt van „belediging van een groep mensen op grond van ras en aanzetten tot discriminatie en haat”. Het OM zei er toen bij dat vervolging in de rede ligt.

Wilders hoopt dat dat niet gebeurt, zei hij maandag tegen het ANP. Vervolgt het OM hem toch, dan is dat volgens hem „politiek gemotiveerd”.

In zijn verklaring stelt hij dat hij zich verzet tegen de „gewelddadige totalitaire ideologie - de islam - die dood en verderf zaait”. Hij zegt dat het voor hem als gekozen politicus zijn taak en zijn plicht is om de gevaren van onder meer de „massa-immigratie en de voortschrijdende islamisering” te benoemen. „Ik discrimineer niet en zaai geen haat, noch zet ik daartoe aan. Ik ben er evenmin op uit mensen te kwetsen of te beledigen. Ik spreek echter niet met meel in de mond wanneer ik onze verworven vrijheden verdedig en de gevaren voor onze samenleving benoem.”

Wilders herhaalt dat hij inderdaad minder Marokkanen wil in Nederland, maar dat is volgens hem iets anders dan dat hij „alle Marokkanen Nederland uit zou willen hebben of iets zou hebben tegen alle Marokkanen”.

Hij kondigt in zijn verklaring aan dat hij zich nooit door iemand de mond zal laten snoeren. „Tegen geen enkele prijs en door niemand, wat de gevolgen ook mogen zijn.” Hij sluit af met een citaat van de in 1968 vermoorde Amerikaanse burgerrechtenactivist Martin Luther King over vrijheid. Die is het waard om voor naar de gevangenis te gaan, je baan te verliezen of te sterven, aldus King in 1957.