Binnenland

Meer samenwerking school en jeugdzorg nodig

Scholen en jeugdhulpverlening moeten intensiever met elkaar samenwerken. Dat helpt om schooluitval van kwetsbare jongeren te voorkomen.

Gerard Vroegindeweij

2 December 2014 19:58Gewijzigd op 15 November 2020 14:51
Maria Vermeulen. beeld Dirk Hol
Maria Vermeulen. beeld Dirk Hol

De Onderwijsraad presenteerde een belangwekkend rapport over samenwerking tussen scholen en jeugdzorg. Maria Vermeulen, werkzaam in de jeugdzorg (SGJ) en in het onderwijs (Driestar educatief/hbo pedagogiek) waardeert het advies, maar mist wel de rol van ouders. Ook scholen zouden ouders meer moeten betrekken bij het zoeken naar oplossingen.

Jaarlijks breken duizenden jongeren hun schoolloopbaan af. Bewindslieden van het ministerie van Onderwijs breken zich al jaren het hoofd hoe ze deze trend zullen keren. De eerste resultaten zijn zichtbaar, maar elke afgebroken schoolloopbaan is er één te veel. Vandaar dat de overheid jongeren blijft aansporen hun opleiding af te maken en diploma’s te behalen.

De Onderwijsraad wil de scholen graag een handje helpen. Vorige maand presenteerde de raad het rapport ”Samen voor een ononderbroken schoolloopbaan”. Daarin stelt het adviesorgaan dat de inhoudelijke samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening beter moet. Een ononderbroken schoolloopbaan van jongeren moet het uitgangspunt van de samenwerking zijn.

Nu werken jeugdhulpverleners en leerkrachten nog te veel langs elkaar heen. Daar moet een eind aan komen, vindt de Onderwijsraad. Daarvoor zijn ook kansen. Immers, de jeugdhulpverlening gaat van het Rijk en de provincie over naar de gemeenten.

Maria Vermeulen onderstreept het belang van goede samenwerking én van preventie. „Tijdig problemen signaleren is van wezenlijk belang. Een van mijn levensmotto’s is een uitspraak van de psychiater Nagy. Hij stelt: „Een ons preventie is effectiever dan een ton behandeling.” Hoe eerder je erbij bent, hoe beter het is. Een jaar leerachterstand in het leven van een jongere is vaak niet meer in te halen.”

Vermeulen, al meer dan twintig jaar werkzaam in de jeugdzorg, is blij dat gemeenten de regie krijgen bij de jeugdhulpverlening. Dat biedt volgens haar kansen om de zorg dichtbij en met de betrokkenen te organiseren. „Op dit moment gaat alle aandacht uit naar de overheveling van de geldstromen naar de gemeenten, maar de inhoudelijke transformatie van de jeugdzorg is veel belangrijker. Hulpverleners gaan straks ouders met probleemkinderen uitdagen om met hun eigen netwerk een familiegroepsplan te maken, dat het uitgangspunt wordt voor de verdere hulpverlening. Binnen de nieuwe Jeugdwet is dit een recht voor alle ouders die met jeugdzorg te maken krijgen.”

Ook scholen moeten volgens de jeugdzorgmedewerker daar een slag in maken. „Daar kan nog wel een tandje bij. Te veel wordt er over ouders gepraat, in plaats van met ouders. Nu hebben scholen luizenmoeders, biebmoeders en dergelijke, maar waarom kunnen ouders niet meedenken over het pedagogisch klimaat, bijvoorbeeld rond pesten? Waarom voeren scholen geen dialoog over het godsdienstig klimaat in klassen? Het advies van de Onderwijsraad nodigt scholen uit om op dit punt in de pas te lopen met de jeugdzorg.”

Jeugdhulp in de school

De Onderwijsraad doet in het rapport ”Samen voor een ononderbroken schoolloopbaan” drie aanbevelingen. De eerste luidt: „Vergroot de toegankelijkheid van jeugdhulpverlening voor het onderwijs.”

Op dit moment hebben de meeste scholen al een schoolmaatschappelijk werker in dienst, maar de raad wil een stap verder gaan. Er is meer inhoudelijke samenwerking nodig tussen scholen en jeugdzorg. Vermeulen is daar enthousiast over: „De jeugdzorg is nu erg bureaucratisch. Als er straks wijkteams zijn met daarin onder meer de wijkagent en jeugdzorg, kunnen die nauwe contacten met scholen onderhouden. Dat kan positief zijn voor de betrokken kinderen. Als er problemen zijn, is er snel hulp beschikbaar.”

Dat vergt wel een cultuuromslag. Daarvoor is volgens Vermeulen wel een jaar of vijf nodig.

De tweede aanbeveling is de onderwijszorg door te trekken tot in het middelbaar beroepsonderwijs. De jeugdhulpverlening stopt nu met achttien jaar. Dat is een knelpunt, omdat jongeren van 18 lang niet allemaal hun mbo-opleiding hebben afgerond. De raad wil de bestaande mogelijkheden voor het verlengen van jeugdhulpverlening vanaf het achttiende jaar beter benutten.

Eigenkrachtconferentie

Vermeulen hoorde onlangs van een mbo-instelling in Utrecht die voor afstuderende studenten zogenoemde eigenkrachtconferenties organiseert. „Dan komt het hele netwerk van de betrokken student naar de school. Dat kan zijn baas zijn, een leraar die veel voor hem betekent, een familielid of iemand uit de kerk. De jongere gaat dan uitleggen wat en wie hij in de toekomst nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Deze jongeren hebben vaak nog wel steun en controle nodig. Het is mooi als zijn eigen netwerk die kan bieden. Dat is een mooie ontwikkeling. De zorg is dan heel dicht bij de zorgvrager. Gemeenten zouden scholen kunnen ondersteunen om dergelijke eigenkrachtconferenties te organiseren.”

De derde en laatste aanbeveling van de Onderwijsraad is in zetten op gezamenlijke deskundigheidsbevordering van onderwijs en jeugdhulpverlening. Op dit moment komt samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg volgens de Onderwijsraad „moeilijk op gang door cultuurverschillen en wederzijdse negatieve beeldvorming.”

De Driestardocent ziet dit als de belangrijkste aanbeveling. „Scholen en jeugdzorg zijn eilandjes. Er bestaan wederzijds ook karikaturen. Het komt voor dat leerkrachten van de jeugdzorg lijsten krijgen met honderd vragen die ze moeten beantwoorden. En dan horen ze vervolgens niets meer. Omgekeerd krijgen jeugdhulpverleners onvoldoende signalen door van leerkrachten als er bijvoorbeeld sprake is van onveilige situaties thuis. Het zou erg mooi zijn als het onderwijs en de jeugdzorg meer elkaars taal zouden spreken en begrijpen.”

Wat Vermeulen in het rapport van de Onderwijsraad mist, zijn de ouders. „Zij moeten meer betrokken worden bij de vraag: Wat hebben uw kinderen nodig en hoe kunnen we ervoor zorgen dat wat nodig is, ook daadwerkelijk van de grond komt? School en jeugdzorg moeten aan ouders vragen wat zij nodig hebben om hun kind te helpen. De gehele verandering in de zorg is er juist op gericht dat niet langer de zorgaanbieder, maar de zorgvrager centraal staat. Juist beleidsmakers moeten deze notie veel meer als centraal uitgangspunt gaan nemen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer