Steekpenningen zijn een westers fenomeen
PARIJS (ANP). Het gebruik van steekpenningen komt veel vaker voor in ontwikkelde economieën dan in minder ontwikkelde landen. De meeste mensen die steekpenningen aannemen en aanbieden komen dan ook uit welvarende landen, zo concludeert de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dinsdag op basis van een onderzoek.
Voor dat onderzoek werden ruim 400 zaken bekeken waarin bedrijven of mensen uit 41 landen betrokken waren bij een omkoopschandaal. Het vaakst werden ambtenaren omgekocht, gevolgd door douaniers. Regeringsleiders en hooggeplaatste regeringsfunctionarissen waren in slecht 5 procent van de omkoopschandalen betrokken, maar boerden daar wel goed bij. Daarbij is ongeveer 11 procent betaald van het totale geldbedrag in alle onderzochte zaken.
De OESO concludeert ook dat de meeste steekpenningen door grote bedrijven worden aangeboden, en dat het management en de top van het bedrijf dat doorgaans weet. Vaak willen de bedrijven contracten binnenhalen van overheidsbedrijven of -instanties. Gemiddeld werd er ruim 11 miljoen euro per onderzochte zaak overhandigd. Dat is ongeveer een derde van het bedrag dat gemiddeld uiteindelijk wordt verdiend dankzij de omkoping.