Wat verandert er volgend jaar in de zorg?
RIJSWIJK (ANP). Over precies een maand gaan de veranderingen in de jeugdzorg en de langdurige zorg in. Gemeenten krijgen er taken bij. Daarvoor is een aantal nieuwe wetten aangenomen. Dinsdag stemt de Eerste Kamer over de laatste wet in die reeks, de Wet langdurige zorg (Wlz).
Die vervangt samen met een aantal andere wetten de huidige AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Daaruit wordt nu nog de langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten betaald. In 2012 maakten bijna 800.000 mensen gebruik van de AWBZ. Er komen drie nieuwe wetten voor in de plaats: de Wlz, de Wmo 2015 (Wet maatschappelijke ondersteuning) en de aangepaste Zorgverzekeringswet. Ook is er een nieuwe Jeugdwet. Een overzicht van de veranderingen.
Langdurige zorg
Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de ‘zware’ zorg. Die valt onder de Wlz. Die garandeert de zorg voor de kwetsbaarste mensen en regelt dat er in 2015 voor 280.000 mensen die veel zorg nodig hebben een plekje is in een verzorgings- of verpleeghuis. De hervorming van de langdurige zorg moet het mogelijk maken dat mensen langer thuis blijven wonen en dat de zorgkosten niet te veel stijgen. Volgens staatssecretaris Martin van Rijn gaat er in 2017 nog evenveel geld naar deze zorg als nu, namelijk ruim 27 miljard euro.
Dagbesteding en huishoudelijke hulp
Gemeenten worden verantwoordelijk voor dagbesteding en begeleiding van thuiswonende ouderen, gehandicapten en mensen met psychische problemen. Dit staat in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Gemeenten bepalen zelf op welke manier zij deze (niet-medische) taken uitvoeren. In veel gemeenten komen of zijn er al sociale wijkteams voor mensen met een zorgvraag. Er zal meer worden gekeken naar wat mensen nog zelf kunnen en gemeenten kunnen strengere eisen stellen. Op de huishoudelijk hulp wordt 465 miljoen gekort.
Verpleging en verzorging thuis
Verpleging en verzorging thuis, zoals hulp bij het douchen of het toedienen van medicijnen, zitten vanaf januari in het basispakket van de zorgverzekering. De wijkverpleegkundige krijgt een centrale rol in de buurt. Dat wordt geregeld in de Zorgverzekeringswet. Tot nu toe viel dit onder de AWBZ. De wijkverpleging valt niet onder het verplicht eigen risico.
Jeugdhulp
Gemeenten worden verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Bij opvoedproblemen, psychische en psychiatrische problemen, stoornissen of verstandelijke beperkingen kunnen ouders en jongeren dus bij de gemeente aankloppen. Dit staat in de nieuwe Jeugdwet. Per gemeente kan de zorg door verschillende instanties worden gegeven. Meestal gaat dit via het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ook worden gemeenten verantwoordelijk voor kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering. Het kabinet wil dat jeugdzorg een taak van de gemeente wordt, omdat die beter maatwerk kan leveren. Door op het juiste moment de juiste hulp te bieden, wordt voorkomen dat dure gespecialiseerde hulp nodig is. Jeugdwerkers, artsen, kinderrechters en wetenschappers zijn bezorgd over de veranderingen, ook al omdat die gepaard gaan met een bezuiniging van 450 miljoen euro.
Zijn gemeenten er klaar voor?
„Het ziet er goed uit”, zegt de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Cijfers kan de VNG niet geven, want die worden nu nog verzameld en geanalyseerd. Volgens Ieder(in), de koepelorganisatie van chronische zieken en mensen met een beperking, weten veel cliënten echter nog niet waar ze aan toe zijn. „Er zijn nog veel vragen. Mensen weten niet bij welk loket ze straks terechtkunnen, ze weten niet wat de veranderingen voor hun persoonlijke situatie betekenen. En niet alle zorgaanbieders hebben al een contract met de gemeente gesloten.”
In januari zal pas blijken of de zorg die mensen nu krijgen, soepel doorloopt. Volgens de VNG hoeven mensen zich daar geen zorgen over te maken. „Hulpverleners stoppen niet ineens in januari met zorg verlenen. En mensen die een AWBZ-indicatie hebben die na januari doorloopt, houden hun zorg. Als de indicatie afloopt, krijgen zij een uitnodiging van de gemeente voor een gesprek. Gemeenten kunnen niet voor januari iedereen gesproken hebben.”