Stevo Akkerman wint CLO-juryprijs
Stevo Akkerman heeft zaterdagmiddag met zijn roman ”Donderdagmiddagdochter” de Literaire Juryprijs van het Christelijk Literair Overleg (CLO) gewonnen. Volgens de jury kunnen „traditionele gelovigen” met zijn werk hun voordeel doen.
Akkermans boek gaat over een thema dat de laatste jaren veel in de literatuur voorkomt: ziekte en verlies van een kind. Volgens voorzitter Hans Ester was de jury onder de indruk van „de adequate verwoording van verdriet en vervreemding bij Stevo Akkerman. De in deze roman gestelde vragen zijn voor kerkelijk gebonden lezers en voor buitenkerkelijken van groot belang.”
Het CLO wil met de Literaire Juryprijs –die dit jaar voor het eerst wordt uitgereikt– auteurs stimuleren die het christelijk geloof een positieve rol van betekenis geven in hun werk en tegelijk literaire kwaliteit nastreven. Zoals de jury (behalve Hans Ester ook Len Borgdorff, Hans van Seventer, Henriëtte van de Wetering en Mieke Wilcke)het formuleert: „Als literatuur waardevol wil zijn, moeten de essentiële levensvragen gesteld worden.”
Bij Akkerman is dat het geval, vindt de jury: „God is een levende en sprekende werkelijkheid voor de hoofdpersoon. Hij wil de kerkelijke ballast kwijt, maar hij wil God niet loslaten.” De „dialoog met God” die de schrijver voert is volgens de jury „respectabel en zeer Joods. Traditionele gelovigen zouden er hun voordeel mee kunnen doen.”
Akkerman vindt het in ontvangst nemen van de prijs in zekere zin „een merkwaardige ervaring.” Dat heeft te maken met het ontstaan van zijn boek, dat op gebeurtenissen uit zijn eigen leven gebaseerd is. „Ik denk aan het korte leven van onze dochter, aan haar overlijden – en meer dan vijftien jaar later sta ik hier dan, met bloemen en een beeldje en een prijs. Dat is toch de gedachte die nu overheerst.”
Niettemin is hij blij met de prijs: „Mijn streven was om mijn verhaal zo goed mogelijk vorm te geven en op te schrijven. Het moet kracht en betekenis krijgen door de manier waarop het is opgeschreven, niet alleen door het gegeven. Anders wordt het toch snel larmoyant en sentimenteel. Het moet literair gezien kwaliteit hebben, en zo’n prijs is een bevestiging daarvan.”
De bedoeling is dat de prijs ook in de komende jaren uitgereikt gaat worden, al weet de organisatie nog niet helemaal zeker of dat elk jaar zal zijn. „Dit jaar was er een rijke oogst, met een groslijst van tegen de twintig titels, maar de vraag is of dat volgend jaar weer zo is”, zegt CLO-voorzitter Arie Kok.
De prijs bestaat uit een kunstwerk en een bedrag van 500 euro. Dat geld is dit jaar opgebracht door de uitgevers van de genomineerde boeken. Kok: „We vragen die vijf uitgevers, christelijk of niet, om een bijdrage, en dat blijkt geen probleem te zijn. Waarschijnlijk omdat voor de grote literaire prijzen ook betaald moet worden bij aanmelding van boeken voor de groslijst.” Een volgende keer kan dat opnieuw zo geregeld worden, „maar als we een sponsor kunnen vinden, wordt het anders.”
De prijsuitreiking –in De Nieuwe Liefde in Amsterdam– vormde een onderdeel van het programma ”Smeken om verbeelding”, een middag vol workshops, interviews, lezingen en installaties rond kunst en religie, georganiseerd door de Van der Leeuw Stichting. Bezoekers konden luisteren naar muziek en gedichten, zich laten raken door installaties en andere kunstwerken, of (voor minder poëtische zielen) workshops over crowdfunding volgen en in gesprek gaan met theatermakers over religie.
Behalve Stevo Akkerman waren ook Vonne van der Meer (”Het smalle pad van de liefde”), Liesbeth Morren (”Waterval”), Jannie Regnerus (”Het lam”) en Frans Willem Verbaas (”De vierde vrouw”) genomineerd voor de prijs.