De groep bestaat uit 371 Palestijnen, 31 gevangenen uit Arabische landen en 60 zogenaamde administratieve gedetineerden, dat zijn gevangenen die niet zijn veroordeeld. Tot de gevangenen behoort ook de tot de islam bekeerde Duitser Stephan Smyrek, die voor Hezbollah werkte.

Israël plaatste de lijst op een website om organisaties voor terreurslachtoffers in Israël de kans te geven bij het hooggerechtshof in beroep te gaan tegen de vrijlating. Op de lijst staan Palestijnen die betrokken waren bij de planning van terreuraanslagen, hoewel ze deze zelf niet uitvoerden.

Hezbollah zal donderdag via Duitsland vier Israëliërs overdragen die door Hezbollah werden ontvoerd. Daarvan is er in elk geval nog één in leven. Vrijdag zal Israël over land de stoffelijke overschotten van 59 Libanezen overgeven aan Libanon, die maandag werden opgegraven. Ook moet Israël informatie verstrekken over 24 Libanezen die in Libanon vermist raakten tijdens de oorlog in Libanon van 1982 en over de landmijnen die het Israëlische leger in Zuid-Libanon plaatste.

Bij de tweede fase -die over enkele maanden van start gaat- moet Hezbollah informatie verstrekken over de navigator Ron Arad. Als Israël substantiële gegevens ontvangt over de sinds 1986 vermiste majoor, zal het de laatste Libanese gevangene, Samir Kuntar, op vrije voeten stellen. Kuntar is de enige Libanees die in Israël schuldig werd bevonden aan moord op burgers.

De drie Israëlische soldaten, Adi Avitan, Benyamin Avraham en Omar Sawaid, werden op 7 oktober 2000 ontvoerd toen zij patrouilleerden aan de Israëlische zijde van de grens met Libanon. Hezbollah-leden hadden zich vermomd als personeel van de Unifil (het VN-legertje dat in het zuiden van Libanon is gestationeerd) en ze maakten gebruik van auto’s van de VN. De Hezbollah bracht hen naar een onbekende plaats. Op 2 november 2001 verklaarde de hoofdrabbijn van het Israëlische leger op grond van ontvangen informatie dat de ontvoerde soldaten niet langer in leven waren en dat zij als gesneuveld moeten worden beschouwd. De familieleden hopen evenwel dat ze nog in leven zijn.

De Israëlische zakenman Elhanan Tannenbaum viel in oktober 2000 in handen van Hezbollah. Hij reisde vanuit België naar de Verenigde Arabische Emiraten en vandaar naar Libanon. Het is onduidelijk of hij in de Verenigde Arabische Emiraten of in Libanon van zijn vrijheid werd beroofd. Volgens berichten in de Israëlische media maakte hij zich schuldig aan drugshandel.

De F-4 van Arad werd op 16 oktober 1986 neergeschoten boven Libanon. De piloot kon in veiligheid worden gebracht door een reddingsoperatie waarbij hij zich aan de onderkant van een helikopter vast moest houden. Arad werd gevangengenomen door de Libanese Amal-beweging. Het hoofd van de veiligheid van Amal, Mustafa Dirani, hield hem persoonlijk gevangen en ’verkocht’ hem later aan de Iraanse Revolutionaire Garde. Israëlische bronnen geloven dat deze hem nog gevangen houdt.

Dirani werd later door Israël gearresteerd. Hij staat op de lijst om vrijgelaten te worden, maar de Israëlische radio meldde maandag dat hij het land niet zal verlaten voordat hij in een gerechtshof zijn beklag kan doen over een soldaat die hem zou hebben verkracht tijdens een ondervraging.

Bij de huidige deal blijft het onduidelijk wat Israël nog doet voor vier andere vermiste soldaten. Op 17 augustus 1997 verdween de 20-jarige Israëlische soldaat Guy Hever. Hij werd voor het laatst gezien op zijn legerbasis op de zuidelijke Golanhoogte. Zoekacties hebben niets opgeleverd en hij is mogelijk door Libanezen gekidnapt.

Op 11 juni 1982 verdwenen vijf Israëlische soldaten bij gevechten met Syrische en Palestijnse strijdkrachten bij het plaatsje Sultan Yaqub in Libanon. Twee van hen keerden later naar Israël terug bij een gevangenuitwisseling met het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (Algemeen Commando) van Achmed Jibril. De berichten over de drie andere soldaten, Zacharia Baumel, Tzvi Feldman en Yehuda Katz, zijn tegenstrijdig. Door de jaren heen waren er echter aanwijzingen dat zij nog in leven zijn.

De Israëlische minister van Defensie, Shaul Mofaz, beloofde tijdens een toespraak in Tel Aviv dat zijn land de achtergeblevenen niet zal vergeten. Volgens hem is Israël dichter dan ooit bij het ontvangen van informatie over Ron Arad. „We zullen niet rusten voordat we alle gevangenen en vermisten hebben thuisgebracht”, aldus Mofaz.

Hezbollah-leider Hassan Nasrallah wees erop dat er „nog meer Israëliërs” in Libanon zijn. Deze opmerking kan erop duiden dat Ron Arad of de drie vermiste soldaten van Sultan Yakub nog in leven zijn.

In Israël is de uitwisseling omstreden. Volgens een opiniepeiling van het dagblad Ma’ariv vindt 44 procent van de Israëliërs dat als Israël geen informatie ontvangt over Ron Arad, de ruil door moet gaan, terwijl 43 procent ertegen is. De deal heeft de steun van de voorzitter van de Knesset, Likudnik Reuven Rivlin, maar de voorzitter van de commissie voor buitenlandse zaken en defensie, Yuval Steinitz (Likud), vindt dat Israël een te hoge prijs betaalt. Yuri Stern van Nationale Unie noemt het akkoord een krankzinnige actie die nieuwe terreur zal uitlokken.

Het dagblad Ha’aretz herinnerde maandag de lezers eraan dat Israël Libanezen ontvoerde met het doel die te ruilen voor informatie over Ron Arad. Naar aanleiding daarvan begon Nasrallah Israëliërs te kidnappen. Israël is nu bereid in ruil voor de vier ontvoerden een zware prijs te betalen. De les is volgens de krant dat het loont Israël aan te vallen, of het nu door ontvoeringen, door terreuraanslagen of door oorlog is. Daarmee kunnen de Arabieren Israël laten doen wat het eerst weigerde. Het dagblad noemt het problematisch dat Israël blijkbaar van zijn eis afziet dat de Libanese regering haar doet gelden over de gewapende Hezbollah.