Kerk & religie

Kerken verdwijnen, maar niet het geloof

TILBURG. Kerken lopen leeg. Kerkgebouwen worden afgebroken of krijgen een andere bestemming. Vele sociologische onderzoeken wijzen intussen uit dat ”los van de kerk” niet hetzelfde is als ”los van God”. „Nederlanders zijn weliswaar minder ‘kerks’, maar daarom zijn zij nog niet ongelovig”, stelde de socioloog dr. Loek Halman donderdag in Tilburg.

Van een medewerker
28 November 2014 19:09Gewijzigd op 15 November 2020 14:45
In Tilburg vond donderdag het symposium ”Los van God” plaats.   beeld RD
In Tilburg vond donderdag het symposium ”Los van God” plaats. beeld RD

Tijdens het symposium ”Los van God”, georganiseerd door de vereniging van sociologiestudenten Versot, verdedigde Halman –hoofddocent sociologie aan Tilburg University– de stelling dat Nederland wel los van de kerk, maar niet onreligieus is geworden. Sociologisch onderzoek ontkracht volgens hem het vaak gehoorde vermoeden dat Nederland en Europa tot de meest geseculariseerde delen ter wereld zouden behoren.

Ook volgens dr. Hijme Stoffels, godsdienstsocioloog aan de VU, zijn sociologen thans, in tegenstelling tot enige tientallen jaren geleden, overtuigd van het belang van religie. Niet de religie verdween uit de sociologie, maar de „ijzeren secularisatiethese.” Religie is nog volop aanwezig in moderne steden, aldus Stoffels. Hij illustreerde zijn betoog met foto’s van een virtuele ‘stadswandeling’ in Den Haag, waar tussen station Hollands Spoor en de Grote Kerk tal van religieuze sporen zichtbaar blijken.

Dat kerkvormen kunnen verdwijnen maar niet het geloof, beaamde ook dr. Bart van Heerikhuizen, docent sociologie van de Universiteit van Amsterdam. Bij rampen blijken niet-kerkelijke en ‘atheïstische’ Nederlanders nog altijd op zoek naar zingeving.

Aan de hand van fragmenten uit het tv-programma ”Adieu God” –waarin bekende Nederlanders vertellen waarom zij met God of met de kerk braken– ging EO-presentator Tijs van den Brink in op vragen zoals ”wat ging er mis” en ”waarom gingen zij weg?” Mensen bleken bijvoorbeeld af te haken vanwege kwetsende gedragingen of uitlatingen van medegelovigen of ambtdragers. Eén geïnterviewde was nog steeds kwaad op een priester die tijdens de begrafenisplechtigheid van een betrekkelijk jonge moeder had gezegd dat God altijd goed is. Ook de arrogantie en het machtsvertoon van kerkelijke vertegenwoordigers blijken afstotend te werken.

De kerk zou er volgens Van den Brink goed aan doen zich te bezinnen op de overgedragen Godsvoorstellingen. Het Godsbeeld van de altijd vriendelijke God die immer klaarstaat voor liefdevolle bescherming, is onjuist en maakt dat mensen bij tegenslagen zo teleurgesteld zijn dat zij afhaken. Het kan geen kwaad als kerkelijke vertegenwoordigers soms hardop en ronduit durven zeggen dat Gods handelen onbegrijpelijk is, in plaats van clichés uit te spreken.

Behalve felle afwijzing merkte Van den Brink bij veel geïnterviewden ook enig heimwee of verlangen naar de kerk. Als voorbeeld noemde hij minister Plasterk, die tijdens het bijwonen van een mis via Twitter wereldkundig maakte hoezeer hij onder de indruk was van de religieuze symboliek. Ook tv-presentator Jochem van Gelder vertelde hoe hij in een crisis –zijn kind had hersenvliesontsteking– een kapelletje binnenging om te bidden. Op grond van die gesprekken blijft Van den Brink ervan overtuigd dat er op de bodem van ieders mensenhart een verlangen naar troost en vergeving en dus naar enige vorm van religie leeft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer