„Ebola verdrijven door handoplegging is levensgevaarlijk”
MONROVIA. „De mensen hier zijn ebola zat”, zegt verpleegkundige Adrienne Blomberg, die in Liberia werkt met lokale organisaties. Anneke Quoi-de Kok, al elf jaar woonachtig in het land: „Vooral in de eerste paar weken waren we erg bang voor ebola. Nu zijn we er min of meer aan gewend geraakt.”
Voor vrijwel ieder gebouw in Monrovia staan emmers. Om naar binnen te mogen, moet je eerst goed je handen wassen. Met chloor welteverstaan. Veel mensen houden hun lichaamstemperatuur nauwlettend in de gaten. Ook op de openbare weg zijn de gevolgen zichtbaar van het ebolavirus dat het Afrikaanse land al maanden teistert. Passagiers in taxi’s en bussen houden angstvallig afstand van elkaar. Langs de wegen staan grote billboards met waarschuwende teksten tegen ebola. Verder rijden er veel ambulances rond, evenals auto’s van Artsen zonder Grenzen (AzG).
„De mensen zijn ebola zat”, zegt Adrienne Blomberg. „De spontaniteit in Liberia lijdt eronder. Al vier maanden schudden mensen geen handen meer. Op begrafenissen blijft iedereen bij elkaar uit de buurt. Kinderen vervelen zich omdat ze geen school hebben. Veel mensen zijn hun baan kwijt en de prijzen van levensmiddelen zijn enorm gestegen. Dit ontzettend arme land is in een nog diepere put terechtgekomen.”
Twee weken geleden hief de president de noodtoestand in het land op. Ook zei zij dat Liberia streeft naar nul nieuwe gevallen van ebola tegen Kerst. Van het eerste is nog weinig te merken, zegt Blomberg. Het tweede lijkt haar weinig realistisch. Of ebola gestopt wordt, heeft volgens Anneke Quoi-de Kok ook alles te maken met hoe goed de Liberianen de hygiëneregels blijven naleven.
De vele kerken in Liberia gaan verschillend om met ebola. Hulporganisaties leren pastors hoe om te gaan met de ziekte, weet Quoi-de Kok. „Ook noemt onze dominee het vaak in zijn preken.” En natuurlijk wordt er ook voor de zieken gebeden. Sommige voorgangers zijn echter gevaarlijk bezig, zegt Blomberg. „Ze zeggen bijvoorbeeld dat ebola van de duivel is en door handoplegging moet worden verdreven. Hierdoor zijn al verschillende van hen, samen met hun gezinnen, aan de ziekte bezweken.”
Volgens AzG zijn mensen in de ebolacrisis harder nodig dan geld. Beiden zijn het hier niet mee eens; ze vinden dat de Liberianen heel veel zelf kunnen. Blomberg: „Een groot probleem is hoe de verzorgers van kinderen die wees zijn geworden straks de schoolkosten moeten betalen. Daar is geld voor nodig. Heel veel geld.”
nl-nl.facebook.com/manneka.org
Lees ook in Digibron:
Nederlandse Anneke Quoi strijdt met emmers tegen ebola, Reformatorisch Dagblad (16 augustus 2014)