Daarvoor waarschuwde de Europese Commissie in Brussel vrijdag. De commissie nam op verzoek van de eurolanden hun ontwerpbegrotingen onder de loep om een nieuwe financiële crisis te voorkomen. De commissie ziet nergens ernstige tekortkomingen en dus de noodzaak voor een rode kaart. Maar Brussel vreest wel dat het mis kan gaan bij de plannen van Parijs, Rome en de Belgische regering. Deze landen kregen de slechtste rapportcijfers.

Frankrijk slaagt er maar niet in zijn begrotingstekort onder de Europese norm van 3 procent te krijgen. Italië en België zouden hun veel te hoge staatsschuld moeten afbouwen.

De commissie vraagt de drie landen nadrukkelijk hun beleid te wijzigen. Begin maart wordt dan de balans opgemaakt. De commissie kan een boete opleggen of het toezicht verscherpen. „Het is in het belang van de eurozone dat regeringen de hervormingen doorvoeren die zij hebben toegezegd. Iedereen moet zijn steentje bijdragen aan de versterking van het economisch herstel”, benadrukte Europees Commissaris Pierre Moscovici (Economische en Financiële Zaken).

Brussel is iets minder hard voor het cijferwerk van Spanje, Portugal, Oostenrijk en Malta. Hoewel ook zij het risico lopen niet aan de regels te voldoen, knelt daar de schoen iets minder. Estland, Letland, Slovenië en Finland voldoen in grote lijnen aan de regels. Nederland, Duitsland, Ierland, Luxemburg en Slowakije scoren het best. Hun begrotingen zijn conform de Europese normen.

Van de achttien eurolanden werden Griekenland en Cyprus niet beoordeeld. Die twee zuidelijke eurolanden krijgen nog speciale steun om hun overheidsfinanciën op orde te brengen.