Achter ‘ruwe’ Oude Testament schittert triomferende liefde
APELDOORN. Het ‘ruwe’ karakter van het Oude Testament laat iets zien van de kwetsbaarheid van Gods heilige Naam, die zich uiteindelijk in kruis en opstanding van Christus ten laatste en ten volle openbaart.
Dat schrijft prof. H. G. L. Peels in een themanummer van tijdschrift Theologia Reformata over ”De God van het Oude Testament” dat volgende week verschijnt.
Het nummer is het resultaat van de gezamenlijke onderzoeksgroep Bijbelwetenschap/dogmatiek van de theologische universiteiten van Apeldoorn en Kampen. Een oudtestamenticus, een nieuwtestamenticus en een dogmaticus reageren op drie kernvragen die betrekking hebben op de meest aanstootgevende elementen van het godsbeeld van het Oude Testament. 1. Is God gevaarlijk, met Zijn gewelddadige toorn? 2. Straft God buitenproportioneel, met Zijn collectieve straffen? 3. Is God intolerant en jaloers?
Prof. Peels, oudtestamenticus aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), stelt in zijn evaluerende nawoord dat de moeite met het Oude Testament en de God van het Oude Testament onmiskenbaar toeneemt. Het geloof in God Die de mens de wet voorschrijft is op zijn retour, het godsbeeld is van kleur verschoten: milder, zachter, warmer.
Het sterke accent op de individualiteit van de mondige mens, die zelfstandig kiest en werkt aan zijn vrije zelfontplooiing, staat haaks op het collectieve denken in het Oude Testament. Wereldwijd is er volgens prof. Peels oog gekomen voor de verscheidenheid aan religies die nopen tot tolerantie en anti-exclusief denken. „De idee van een jaloerse God die ter verantwoording roept, toornt en straffen kan, is dan een storende factor par excellence.”
Het Nieuwe Testament verschilt volgens prof. Peels echter niet wezenlijk van het Oude Testament als het gaat om noties zoals ernst, oordeel en ondergang. We moeten, zo betuigen diverse schrijvers in het nummer, Gods ‘geweld’ niet voortijdig in het perspectief zetten van een hoger goed dat alles harmonieus oplost. Prof. Peels: „God stelt zich kwetsbaar op en kan hoogst geraakt worden en diep gekwetst reageren. In kruis en opstanding van Jezus Christus openbaart God zich echter ten volle en ten laatste. In dit perspectief blijkt bij paaslicht dat God daadwerkelijk goed is. Dit laat onverlet dat er ook na Pasen ‘dreiging’ van Godswege is: er is in deze wereld een strijd gaande die roept om een finaal oordeel, waarin God de dingen rechtzet.”
Zijn Gods straffen soms niet onrechtvaardig en buitenproportioneel? Te denken valt aan de Elisageschiedenissen, waarin enerzijds veel oog is voor het concrete wel en wee van kinderen, maar ook de geschiedenis is opgenomen van de twee berinnen die veertig kinderen doden (2 Kon. 2:23-25). Prof. Peels: „Zó kan de God die redt dus ook zijn, er zijn grenzen, Hij laat niet met zich spotten.”
Blinde vlek
Onze waarneming van dit soort Bijbelverhalen wordt, volgens prof. Peels, sterk bepaald door onze eigen geseculariseerde cultuur met een blinde vlek voor schuld en oordeel in de relatie met een heilige God. „Maar we moeten het aanstootgevende van dit soort Bijbelteksten niet willen wegverklaren. Juist het ruwe en menselijke van de oudtestamentische godsopenbaring laat ons iets zien van de kwetsbaarheid van de Naam, en brengt altijd weer bij Christus.”
De postchristelijke tijd kenmerkt zich volgen hem door een flinke aversie tegen religieuze noties zoals schuld en straf. Moderne onderzoekers zien achter de notie van Gods ‘jaloezie’ en Zijn verkiezing van het éne volk Israël een bedenkelijk ”wij-zijdenken”. Het onderscheid tussen Israël en de volken hangt volgens prof. Peels echter samen met het theologisch primaire onderscheid tussen Jahweh en de andere, valse goden. Ook Israël zelf wordt permanent ter verantwoording geroepen.
In de gereformeerde Bijbelwetenschap heeft de overtuiging van de eenheid van de Bijbel altijd een grote rol gespeeld, aldus prof. Peels. Het gaat om de komst van het Koninkrijk, van belofte naar vervulling en verwachting. Toch zijn er terdege verschillen en verschuivingen in het godsbeeld van Oud naar Nieuw. Zo bevat het Nieuwe Testament geen oproep tot de oorlog maar tot een geestelijke strijd, en strekt zich het liefdesgebod tot allen uit. De vergelding in Gods wraakgericht vindt in de toekomst plaats, niet in het heden. „Het accent verschuift van de unieke concentratie op het ene volk Israël naar de breedte en diepte van Gods bemoeienis met de volkerenwereld.”
Evenwel is er in de Bijbel geen voortschrijdend inzicht in menselijkheid of een corrigerende koerswijziging in het godsbeeld, wel een „voorwaartse beweging.” Prof. Peels: „God die het recht en de gerechtigheid liefheeft, blijft niet onbewogen bij de schending daarvan.”
Jahweh is God, Hij laat niet met Zich spotten. Hij is de levende God. Des te beter verstaan we dan ook hoe diep de liefde van God gaat, Die alles gaf om deze wereld te redden. „Hij is ook de Verborgene, en onnaspeurlijk zijn Zijn wegen, maar ze leiden naar en via Golgotha ten leven. Dat maakt onze theologie, als we over Hem spreken, bescheiden en verwachtingsvol.”