Neonazi’s rukken op in Slowakije
Het succes van het neonazisme in Slowakije wordt stilaan beschamend.
Het neonazisme is een ware subcultuur geworden die gevoed wordt door structurele contacten met extreem rechts elders in Europa. De regering heeft de wetgeving tegen racisme en negationisme aangescherpt en onder druk van mensenrechtengroepen is ook de politie gevoelig geworden voor het probleem.
De mensenrechtenbeweging Mensen tegen Racisme (LPO) schat het aantal actieve neonazi’s in Slowakije nu op 5000. Sinds de val van het communisme in 1989 steken overal in Centraal-Europa neonazi-groepen en fascistische bewegingen de kop op. In Tsjechië en Hongarije zou het om meer dan 12.000 mensen gaan.
Begin jaren negentig werden veel jongeren aangetrokken door neonazistische rockgroepen zoals het Tsjechische Orlik. Nieuwe skinheadbewegingen legden contacten met extreem rechts in West-Europa, vooral in Duitsland. Zij ontvingen ook vaak financiële steun. Vandaag zijn die contacten uitgegroeid tot solide ondergrondse netwerken door heel Centraal- en Oost-Europa.
Volgens Michal Vasecka van het Instituut voor Openbare Aangelegenheden krijgen de Slowaakse neonazi’s vooral hulp en informatie van de beter georganiseerde Tsjechische extremisten, maar hebben zij ook met andere Centraal-Europese groepen contact. Financiële steun komt vooral uit Duitsland en Zweden. Het sociaal-economisch klimaat in Slowakije vormt een ideale voedingsbodem voor extreem rechts: de nationale werkloosheidsgraad bedraagt er 20 procent en loopt in sommige gebieden op tot 36 procent.
De Slowaakse politie tracht de extreem rechtse vloed in te dammen. Vorig jaar september werd een grootschalige operatie opgezet tegen skinheads door het hele land. Vooral internationale neonazi-concerten en ontmoetingsplaatsen vormden daarbij het mikpunt. De razzia’s waren geen succes: enkele skinheads werden opgepakt voor het verhandelen van drugs, maar leiders van de beweging uit onder meer Duitsland, Hongarije en Polen konden wegens onoplettendheid van de politie niet opgepakt worden.
Ook in cyberspace is de strijd moeizaam. Na een klacht van de LPO werd de Slowaakse neonazi-website WhiteFront van het net gebannen, maar begin dit jaar keerde de site onder een andere naam en via een vreemde server terug op het net. Tot voor kort bevatte de website een foto van de coördinator van de LPO met de tekst ”Wanted dead or alive”.
Mensenrechtenactivisten zijn niet tevreden over het politieoptreden. Zij vinden dat er veel meer gedaan moet worden. De razzia’s en de cyberverbanning zijn een stap in de goede richting, maar de acties moeten gestructureerder en frequenter zijn. Ook moeten er meer manschappen ingezet worden. Nu volgen slechts tien officieren het doen en laten van extremistische groeperingen. In buurland Tsjechië zijn er dat maar liefst 160.
De regering krijgt ook een veeg uit de pan. Volgens de LPO doet zij te weinig om de racistische ideologie uit alle gelederen van de maatschappij te weren. De reactie van bepaalde ministers op een aantal racistisch gemotiveerde moorden zou veel te lauw zijn. De LPO wil dat de regering het probleem terdege analyseert, en de wortels ervan aanpakt. Onderwijs moet daarin een belangrijke rol spelen.
De recente strenge wetgeving in Slowakije tegen racisme en negationisme vindt natuurlijk bijval bij de mensenrechtenbewegingen, maar er moet strenger op de naleving van deze wetten toegezien worden. Vooral de Roma, een minderheid van een half miljoen mensen, ondervinden de dringende noodzaak van een strengere aanpak. De gewone Slowaak houdt niet van skinheads, maar voelt nog minder voor de Roma. Als de agressie van extreem rechts zich op de Roma richt, zullen veel Slowaken een oogje dichtknijpen. En zoiets vindt de LPO onaanvaardbaar.