„Computer kan religieuze tekst niet verklaren”
AMSTERDAM. Digitale technieken kunnen historici helpen bij hun onderzoek, bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van de reformatorische traditie in Nederland. Maar voorzichtigheid is geboden, vindt prof. dr. Els Stronk: „Wetenschappers proberen teksten te verklaren. Dit is iets wat computers niet kunnen.”
Historici en informatici dachten vrijdag op de studiedag ”God in Nederland 3.0. Een digitale blik op religiegeschiedenis” na over de mogelijkheden en de valkuilen bij de bestudering en analyses van digitale historische bronnen. Dit nieuwe vakgebied, de zogenoemde ”digital humanities”, maakt gebruik van computerprogramma’s en gedigitaliseerde bronnen bij het doen van historisch onderzoek.
Prof. dr. Fred van Lieburg, bijzonder hoogleraar geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, gaf een toelichting op een nieuw onderzoeksproject dat met behulp van digitale onderzoekstechnieken de ontwikkeling van de reformatorische traditie in Nederland gaat bestuderen. Daarbij wordt gebruikgemaakt van Digibron, het online kenniscentrum van de gereformeerde gezindte, waar inmiddels al meer dan een miljoen artikelen beschikbaar zijn. Het gaat dan om uitgaven van onder meer het Reformatorisch Dagblad en kerkbladen als de Saambinder en De Waarheidsvriend.
Traditie
Het is volgens de Amsterdamse hoogleraar niet toevallig dat de gereformeerde gezindte een groot digitaal archief heeft aangelegd. „Er is sprake van een digitale devotie. Reformatorische christenen hebben veel met hun traditie en deze traditie moet worden bewaakt. Digibron getuigt van een hoge waardering van het erfgoed.”
Prof. Van Lieburg liet het publiek zien wat er zoal gedaan kan worden met zo’n grote database. Zo vergeleek hij het aantal keren dat de woorden „Heere”, „Heer” en „Here” voorkomen in de database van Digibron en van Delpher, de zoekmachine van het digitaal archief van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Daaruit bleek dat de spellingswijze „Heere” in het archief van Digibron velen malen vaker voorkomt dan in het archief van Delpher. Dit zegt volgens prof. Van Lieburg iets over het taalkundige gebruik in reformatorische bronnen.
Ook prof. Stronks, hoogleraar vroegmoderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht, maakt gebruik van software bij haar onderzoek. Maar ze is tegelijkertijd kritisch. „Computers kunnen wel patronen laten zien, maar ook daarbij moeten we voorzichtig zijn: nog maar 10 procent van alle beschikbare historische teksten is gedigitaliseerd. Als we ons onderzoek baseren op deze 10 procent, kan er een vertekend beeld ontstaan.”
Copyright
De beperkte beschikbaarheid van digitale bronnen kent verschillende oorzaken. In de eerste plaats is er geld nodig om al de teksten te digitaliseren. Daarnaast is er volgens prof. dr. Huub Wijfjes (Rijksuniversiteit Groningen) het probleem van copyrights. „De copyrights van kranten als NRC, Parool en Trouw zorgen ervoor dat deze bronnen niet vrij toegankelijk zijn voor digitaal onderzoek.”