God heeft in Zijn wijsheid de mens geschapen als man en vrouw. In de wederkerigheid en liefde tussen deze beide geslachten weerspiegelt zich iets van de gemeenschap van liefde die ook in de drie-enige God Zelf bestaat, als Vader en Zoon en verbonden door de Geest. Daarom erkent de Bijbel het huwelijk tussen man en vrouw en het daaruit voort­komende gezin als een scheppings­ordening. Ook Jezus Christus heeft het huwelijk als een unieke en onverbreekbare gemeenschap bevestigd en geheiligd.

De kerk van alle tijden en plaatsen heeft tot op heden aan deze scheppingsordening vastgehouden en die verdedigd. Maar tegenwoordig eindigen huwelijken steeds vaker in echtscheiding, waardoor gezinnen uiteenvallen. Deze trage­die wordt ten dele veroorzaakt door moderne ideologieën, die het huwelijk en de wederzijdse rol van de geslachten radicaal ter discussie stellen. Homo­seksuele, transseksuele en interseksuele samenlevings­vormen worden als gelijkwaardig aan het huwelijk naar voren geschoven. Alle seksuele oriënteringen zijn gelijkwaardig, en ieder mens heeft de vrijheid om zijn eigen geslacht uit te kiezen en dienovereenkomstig geaccepteerd te worden. Dat strijdt met het natuurlijke schaamtegevoel (dat deze ideo­logie probeert kapot te maken), met het gezond verstand en met het natuurrecht.

”Gender mainstreaming”

In deze ideologie wordt het woord ”geslacht”, dat altijd ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk is, stelselmatig vervangen door het woord ”gender”. Dat woord staat voor een sociale rol, onafhankelijk van het biologische geslacht. Het begrip gaat terug op de Nieuw-Zeelandse psycholoog John Money (1921-2008), die op basis van een uiterst risicovol experiment stelde dat niet de biologische aanleg, maar de opvoeding maatgevend is voor de vorming van de geslachtelijke rol.

Doel van de ideologie is het zogeheten ”gender mainstreaming” (GM): het kweken van een volledige acceptatie van de opheffing van het verschil tussen de beide geslachten en hun rol als ouder in het gezin (hun „schepsel­matige polariteit”). Deze doelstelling is een uitloper van die van de vrouwenrechtenbeweging van de negentiende eeuw. Eerst ging het enkel om gelijke rechten voor man en vrouw, later wilde men gelijkstelling op alle terreinen van het leven, en nu gaat het opnieuw verder en stelt men dat alle mensen fundamenteel gelijk zijn. Tegen­woordig worden op last van de Europese Unie op veel universiteiten zogeheten genderstudies ingevoerd, waar studenten moeten leren om de geslachtelijke identiteit van man en vrouw ter discussie te stellen.

Tegelijkertijd worden traditio­nele waarden als deugd, moraal en kuisheid in een negatief daglicht gesteld en de centrale begrippen uit de Europese cultuur met een nieuwe inhoud gevuld. Zo wordt bijvoorbeeld ”vrijheid” losgemaakt van waarheid en verantwoordelijkheid en geherdefinieerd als ”doe wat je wilt”. Tegenstanders worden beschuldigd van discriminatie en homofobie.

Revolutie

GM is een gevolg van de biologische revolutie. Na de twee eerdere grote revoluties (de Franse in 1789 en de bolsjewistische van 1917) is dit de derde wereldhistorische omwenteling. De eerste twee waren gericht tegen door mensen geschapen instituties en ordeningen, namelijk de standensamenleving en de economische klassenmaatschappij. Maar deze derde richt zich tegen de scheppingsordening van God en daarmee tegen God zelf. Het genderisme is dus atheïstisch en antitheïstisch. Ofwel zoals paus Franciscus zegt: van duivelse afkomst.

Waar God geloochend wordt, verdwijnt ook de menselijke waardigheid. GM vervult de Bijbelse eindtijdprofetieën over een komende „wetteloosheid.” Zo zegt Jezus in Mattheüs 24:12: „Omdat de wetteloosheid vermenigvuldigd zal worden, zal de liefde van velen verkouden.” En Paulus spreekt in 2 Thessalonicensen 2:1-12 over „mensen der wetteloosheid”, die zich boven God verheffen.

Zo bezien is GM een beweging die de komst van de antichrist voorbereidt. Dat is des te beangstigender, omdat het ook in kerk en theologie voorkomt, bijvoorbeeld in de omstreden gezinsnota van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD). Ook hier werd een veelheid aan andersoortige levensgemeenschappen als gelijkwaardig naast het traditionele gezin en huwelijk gesteld. Alle ertegen gerichte protesten heeft de EKD-leiding tot nu toe naast zich neergelegd.

De grondslagen van onze westerse en vanouds christelijke cultuur worden ondergraven, om ze door de utopie van GM te vervangen. Als dat zou lukken, zal onze tot nu toe geordende samenleving door de opheffing van alle wezenlijke verschillen en ordeningen in chaos verzinken.

Alle mensen, maar vooral christenen, zijn geroepen om zich hier met volle kracht tegen te verzetten. De achtergronden en doelen van de beweging moeten publiekelijk worden ontmaskerd. De politieke en culturele beïnvloeding (maar vooral op de scholen!) moet worden tegengewerkt. Gelukkig is er in Europese landen als Hongarije, Noorwegen en Rusland reeds sprake van een toenemende weerstand tegen de gender­revolutie. Joden, moslims en humanisten staan hierbij schouder aan schouder. Alleen zo kunnen we ver­hinderen dat GM de zielen van onze kinderen seksualistisch bederft voor de toekomst.

Dit artikel is een vertaling en samenvatting van de ”Bekenntnisökumenische Erklärung zur Gender-Ideologie”, die deze maand werd opgesteld en ondertekend door predikanten, theologen en hoog­leraren (onder wie de bekende prof. dr. Peter Beyerhaus) uit de behoudende flank van de Evangelische Kirche Deutschland en de Rooms-Katholieke Kerk. Hieronder de oorspronkelijke Duitse versie met de namen van de ondertekenaars.

Bekenntnisökumenische Erklärung zur Gender-Ideologie

Gott hat in seiner Weisheit als Krone seiner Schöpfung den Menschen in der Polarität von Mann und Frau und zur gegenseitigen Ergänzung erschaffen (1. Mose 1, 26-27, 2, 21-24), als Widerspiegelung der Gemeinschaft in Liebe, die in ihm selber als dem Dreieinigen zwischen dem Vater und dem Sohn, verbunden durch den Heiligen Geist, besteht. Deswegen erkennt die Bibel in der ehelichen Verbindung der beiden Geschlechter und der daraus hervorgehenden Familie eine Schöpfungsordnung, die grundlegend für den Bestand der Menschheit und bis zum Ende dieser Zeit giltt.

Jesus Christus hat die Ehe als eine einzigartige, unauflösliche Gemeinschaft bestätigt und geheiligt (Matth 19,6). Auch hat er sich in schützender Liebe gerade den Kindern zugewandt und erklärt:

„Wer einen von diesen Kleinen, die an mich glauben, zum Bösen verführt, für den wäre es besser, wenn er mit einem Mühlstein um den Hals im tiefen Meer versenkt würde“ (Matth 18, 6).

Die Apostel richten ihre ethischen Anweisungen in erster Linie an Elternpaare und ihre Kinder (z. B. Epheser 5, 21 bis 6, 4; Petrus 3, 1-7). Paulus beschreibt (Eph 5,23 und 1. Korinther 11, 3) die Mann-Frau-Beziehung als gleichnishaft für das Verhältnis Christi zu seiner Gemeinde.

Die Kirche hat in ihrer ganzen Geschichte und in allen Konfessionen bis in die Gegenwart an dieser Sicht festgehalten. Es ist ihre hohe Pflicht, diese Schöpfungsordnungen gegen alle heutigen Auflösungstendenzen zu verteidigen.

Alarmierende Vorgänge

Nicht nur Christen beobachten mit Erschrecken, wie in der Gegenwart Ehen in immer größerem Umfang zerbrechen und Familien sich dadurch auflösen. Mehr noch: Die Institution der Ehe und sogar die jeweilige Aufgabe der beiden Geschlechter werden durch moderne Ideologien (bzw. „Quasireligionen“) völlig infrage gestellt. Als vermeintlich gleichwertig werden der monogamen Verbindung eines Mannes mit einer Frau alternative Lebensgemeinschaften homosexueller, lesbischer, transsexueller und intersexueller Gestalt an die Seite gesetzt. Dabei wird der Begriff „Geschlecht“ in seiner Bipolitarität durch das ursprünglich grammatische englische Wort „gender verdrängt, das mehrdeutig ist.

I. Der Begriff „Gender Mainstreaming“

Unter dem schwer durchschaubaren Fremdwort „Gender Mainstreaming“ verbirgt sich ein ideologisches Programm. dessen Ziel die völlige Aufhebung der schöpfungsgemäßen Polarität zwischen den beiden Geschlechtern Mann und Frau und von deren Stellung als Eltern in einer Familie ist.

Das Wort Gender bezeichnet dabei die von einem Menschen ausgeübte soziale Rolle, unabhängig von seinem biologischen Geschlecht. Die Einführung des Begriffs „Gender“ geht auf den neuseeländischen Psychologen John Money (1921-2008) zurück. Er behauptete auf der Basis eines äußerst gefährlichen Experiments mit Kleinkindern, dass nicht die biologische Veranlagung, sondern die Erziehung maßgeblich für die Ausprägung der Geschlechterrollen sei. Dem entspricht die These der französischen Philosophin Simone de Beauvoir (1908-1986): „Man kommt nicht als Frau zur Welt, man wird dazu gemacht.“

Das Programm des „Gender Mainstreaming“ entstand in Fortentwicklung der ihm seit dem 19. Jahrhundert vorangegangenen Frauenrechtsbewegung. Bewegung. Während diese zunächst nur gleiche Rechte für Frauen und Männer gefordert hatte, geht es der Feministischen Bewegung in der „Dritten Welle (seit Anfang der 1990er Jahre) darüber hinaus um die rechtliche Gleichstellung der Frauen in allen Lebensbereichen. Jetzt aber behauptet man sogar die Gleichheit aller Menschen unabhängig von ihrem Geschlecht.

Der Begriff „Gender Mainstreaming“ (GM) wurde erstmalig 1985 bei der 3. UN-Weltfrauenkonferenz in Nairobi diskutiert und in Peking 1995 auf ihrer 4. Weltkonferenz weiterentwickelt. Die Pekinger Beschlüsse wurden von den Vereinten Nationen in Resolutionen umgesetzt und so vier Jahre später als „Gender Mainstreaming“ im Amsterdamer Vertrag der EU verankert. Die Europäische Union erklärte „GM“ schon 1997 zur verbindlichen Aufgabe für ihre Mitgliedstaaten. Dies trat am 1. Mai 1999 in Kraft und wurde rechtlich verbindlich festgeschrieben. Folglich verankerten alle Regierungen – auch die der Bundesrepublik Deutschland – GM in ihren gesetzlichen Richtlinien. Das bedeutete zunächst, dass in allen Sektoren des öffentlichen Lebens keinerlei Unterschiede in der Behandlung der Menschen beiderlei Geschlechts gemacht werden dürfen. An zahlreichen Universitäten wurde als neues Fach „Gender-Studien“ eingeführt, in dem die Studierenden lernen sollen, die Geschlechts¬identität von Mann und Frau in Frage zu stellen.

Die Vordenkerin der Gender-Ideologie ist die sich als Lesbe vorstellende Philosophin Judith Butler (*1956), Professorin an der University of California, Berkeley sowie Gastprofessorin an der Columbia University, New York. In ihrem 1990 erschienenen Buch „Gender Trouble – Feminism and the Subversion of Identity“ (deutsch: Das Unbehagen der Geschlechter) zeigt sie schon in dessen Titel, dass es ihr um die Untergrabung der Identität von Mann und Frau geht. Nach ihrer Meinung haben Mann und Frau, Ehe und Familie, Vater und Mutter keinen Anspruch auf Natürlichkeit. Weil sie die Vorherrschaft des Mannes begründen, will sie diese Unterscheidung ausmerzen. Trotz der Absurdität dieser Ideen hat Judith Butler hohe öffentliche Anerkennung gefunden. So erhielt sie u. a. im September 2012 den Theodor W. Adorno-Preis der Stadt Frankfurt. Innerhalb von zwei Jahrzehnten sind Judith Butlers Ideen an vielen Hochschulen unter der Bezeichnung „Gender-Studies“ zum regulären Lehrfach geworden.

II. Implikationen und Auswirkungen von „Gender Mainstreaming“

Vertreter der Gender-Ideologie bemühen sich, die absolute Gleichheit der Geschlechter auf allen Gebieten durchzusetzen. Darüber hinaus erklären sie, es gebe nicht nur die beiden Geschlechter Mann und Frau, sondern eine Vielfalt von Geschlechtern. Alle sexuellen Orientierungen seien gleichwertig, und jeder Mensch habe die Freiheit, sich sein eigenes Geschlecht auszuwählen und auch entsprechend respektiert zu werden.

Gleichzeitig werden überlieferte Werte wie Tugend, Moral und Keuschheit negativ bewertet sowie zentrale Begriffe der europäischen Kultur entleert, um sie mit Inhalten der neuen Ideologie zu füllen. So wird zum Beispiel der Begriff „Freiheit“ von Wahrheit und Verantwortung gelöst und auf ein „Tu, was du willst“ umfunktioniert. Menschen, die die Aufwertung der Homosexualität und ihre Gleichstellung mit der Heterosexualität (Zweigeschlechtlichkeit) ablehnen, werden der Diskriminierung oder „Homophobie“ (Angst vor Homosexuellen bzw. Hass gegen sie) beschuldigt und für krankhaft erklärt.

III. Die biologische bzw. anthropologische Revolution

Gender Mainstreaming ist ein Ergebnis der biologischen Revolution. Sie stellt nach den beiden vorangegangenen großen Revolutionen, der Französischen (1789) und der bolschewistischen (1917), die dritte weltgeschichtliche Revolution dar. Während sich jene gegen von Menschen geschaffene Institutionen wandten, den politischen Ständestaat und die ökonomische Klassengesellschaft, richtet sich diese dritte Revolution gegen die Schöpfungsordnung Gottes und damit gegen Gott selbst. Der Genderismus ist also a-theistisch und anti-theistisch und somit, wie Papst Franziskus hervorhebt, satanischen Ursprungs.

In einer Ansprache an das Kardinalskollegium am 21. Dezember 2012 warnte Papst Benedikt XVI. vor der tiefen Unwahrheit der Gender-Ideologie und der ihr zugrunde liegenden „anthropologischen Revolution“ Er erklärte:

“Im Kampf um die Familie geht es um den Menschen selbst. Und es wird sichtbar, dass dort, wo Gott geleugnet wird, auch die Würde des Menschen sich auflöst.“

IV. Die Gender-Ideologie als Ausdruck der endzeitlichen (Gesetzlosigkeit)

Indem sich der Genderismus grundsätzlich gegen die von Gott gesetzten Ordnungen wendet, erfüllt er die biblischen Prophetien im Blick auf die Endzeit, die von der kommenden anomia (Gesetzwidrigkeit) sprechen. So sagt Jesus in Matth 24,12: „Und weil die Ungerechtigkeit (griechisch anomia) überhand nehmen wird, wird die Liebe in vielen erkalten.“ Paulus schaut in 2. Thess 2, 1 – 12 den „Menschen der Gesetzlosigkeit“ (anthroopos tees anomias), …, der sich über alles, was Gott oder Heiligtum heißt, erhebt und sich sogar in den Tempel Gottes setzt.“

Aus dem biblischen Zusammenhang geht hervor, dass der Apostel dabei den kommenden Antichrist im Auge hat.

Insofern erkennen wir im Gender Mainstreaming eine ideologische Bewegung, die – wie zuvor andere moderne Ideologien totalitärer Art: Marxismus, Faschismus und der von Wilhelm Reich (1897 – 1957) begründete Freud-Marxismus– dem Antichristen den Weg bereitet.

Das ist umso erschreckender, als wir dem Genderismus in sublimeren Formen auch in der Kirche und der Theologie begegnen. Dies geschieht z. B. in dem 2013 von der EKiD veröffentlichten und von ihrem Ratsvorsitzenden Präses Dr. h.c. Nikolaus Schneider verteidigten Familienpapier „Zwischen Autonomie und Angewiesenheit – Familie als verlässliche Gemeinschaft stärken“. Auch hier wird eine Vielfalt anderer Lebensgemeinschaften als gleichwertig neben der traditionellen Ehe und Familie vorgestellt. Alle dagegen gerichteten Proteste wurden bisher von der Leitung der EKiD ungerührt übergangen

V. Die Abwehr der Gender-Ideologie

In der Auseinandersetzung mit Gender Mainstreaming gilt es zu erkennen, dass sie eine praktizierte totalitäre Ideologie ist. Sie steht im krassen Widerspruch zum Schamgefühl jedes Menschen – das sie zu zerstören sucht! – zur gesunden Vernunft, zum allen Menschen ins Herz geschriebenen Naturrecht wie zur biblisch geoffenbarten Schöpfungsordnung Gottes. In ihrer Forderung nach Akzeptanz und Toleranz ist sie selber höchst intolerant und fanatisiert ihre Anhänger gegen jeglichen Widerspruch.

Die Gender-Ideologie folgt in ihrem Ansatz und ihrer Durchführung dem Grundmuster aller Ideologien. Sie ist wie diese eine von Visionären erdachte moderne Weltanschauung, welche die gesamte Wirklichkeit aus einem einzigen, innerweltlichen Prinzip heraus zu deuten versucht, um sie mit entsprechenden Methoden auf ihre utopischen Zielvorstellungen hin umzuwandeln. In diesem Fall ist das innerweltliche Prinzip die zentrale Stellung des sog. Gender. Ihm spricht man die Rolle zu, den Hauptstrom in der heutigen geistigen und sozialen Entwicklung der Menschheit zu bilden und sie voranzutreiben. Damit werden zugleich alle anderen geistigen Bewegungen als nebensächlich zur Seite geschoben und ihnen Wahrheit und Existenzberechtigung abgesprochen. Das gilt insbesondere für das biblische Verständnis des Verhältnisses der beiden Geschlechter zueinander. Ihm wird das Recht aberkannt, maßgebend für die Gestaltung von Ehe und Familie sowie der Kindererziehung zuhause und in der Schule zu sein. Damit werden die Grundlagen der christlich-abendländischen Kultur unterwandert, um sie durch die Utopie des Gender Mainstreaming zu ersetzen. Wenn dieser Plan aufgehen sollte, würde unsere bislang geordnete Gesellschaft durch die Auflösung aller wesensmäßigen Unterscheidungen und Ordnungen im Chaos versinken.

Alle verantwortungsbewussten Staatsbürger, Männer und Frauen, Väter und Mütter, besonders aber Christen, sind deswegen dazu aufgerufen, sich in voller Kraft dagegen zur Wehr zu setzen. Es gilt, Hintergründe und Ziele der Gender-Bewegung öffentlich zu entlarven, gegen sie zu protestieren und ihnen ihre Einflussmöglichkeiten in Politik und Kultur – vor allem in den Schulen! – zu entwinden. Denn nur dadurch kann verhindert werden, dass durch den Genderismus die Seelen unserer Kinder für ihre Zukunft als Erwachsene sexualistisch verdorben werden.

Unsere Aufgabe ist es, wachsam gegenüber dem Vordringen der Gender-Ideologie in die Kindertagungsstätten, in die Bildungspläne der Kultusministerien, in den Sexualkunde-Unterricht an den die Schulen – der heute bedrohlicherweise sogar fächerübergreifend erteilt wird – sowie auch in die Gesetzgebung zu sein. Mit Eingaben an Regierungen und Kirchenleitungen müssen wir diese hinsichtlich der ihnen oft noch nicht bewussten Gefahr alarmieren und sie zum entschlossenen Eingreifen bewegen.

Wir sind dankbar dafür, dass mutige Frauen wie als erste die Psychotherapeutin und Autorin Christa Meves sowie Dr. Gabriele Kuby durch ihre Bücher und Vorträge gewarnt haben. Ebenso hat Hedwig von Beverfoerde durch Großdemonstrationen zu denen sie in Stuttgart und Köln aufrief, solche notwendige Entlarvung öffentlich vollzogen. Wir danken auch jenen katholischen Bischöfen bzw. Bischofskonferenzen (u. a. die in der Slowakei, in Polen und Portugal), die in solide fundierten Lehrschreiben die Gender-Ideologie widerlegt haben.

Noch vermissen wir nach dem Debakel des Familienpapiers der EKD leider ähnliche Aufrufe von evangelischen Kirchenleitungen!

Wir sind uns dessen bewusst, dass wir mit unserer Warnung vor der Gender-Ideologie die Feindschaft ihrer Anhänger auf uns ziehen werden. Ja, in dem Maße, wie der Genderismus sich sogar in Politik und Gesetzgebung zur herrschenden Lehrmeinung aufschwingen wird, müssen wir uns als deren Gegner womöglich auf Verfolgungen in Gestalt von Anprangerung und beruflicher Schikane gefasst machen.

Auf solche Weise werden die Grundrechte der Menschen bezüglich Religion und freier Meinungsäußerung zunehmend beschnitten. Schon jetzt sind in vielen Ländern wie z. B. Großbritannien und Schweden sog. hate laws (Hassgesetze) eingeführt. Diese stellen jede Äußerung unter Strafe, durch die sich homosexuelle und lesbische Minderheiten „diskriminiert“ fühlen. Das trifft besonders Christen, die an der biblischen Schöpfungsordnung festhalten.

Schlussfolgerung

Die Bedrohung durch die Ausbreitung der Genderideologie ist ernst und unser Kampf schwierig und hart. Aber wir stehen nicht allein. Viele gleichgesinnte Christen, – ja auch Humanisten, und selbst Juden und Muslime – stehen mit uns zusammen Gott sei Dank regt sich in mehreren europäischen Ländern wie Ungarn, Norwegen, Russland ein wachsender Widerstand gegen die Gender-Revolution.

Das geschieht auch Deutschland: Anfang 2014 unterzeichneten 200.000 Bürger eine Petition gegen den Bildungsplan der rot-grünen Regierung von Baden-Württemberg, der die Ziele von Gender Mainstreaming festschreibt.

Dem folgten im selben Jahre in Stuttgart und Köln Demonstrationen besorgter Eltern zum Schutz der Kinder vor staatlicher Umerziehung. Bei ihrem Umzug durch die Straßen der Innenstadt skandierten sie unentwegt:

„Kinder brauchen Liebe und keinen Sex!“

Ihnen ging und geht es darum, für eine Erneuerung unserer Gesellschaft von innen her zu arbeiten – in der Hoffnung auf die Rückkehr vieler Hörbereiter zu den biblischen Ordnungen und Geboten Gottes.

Tröstlich ist die Vision des Sehers Johannes in Offenbarung 12, 7 -9:

Er schildert, wie Michael und seine Engel mit uns gegen die Mächte des Bösen streiten. Damit zeigt er uns: Der Kampf lohnt sich und hat die Verheißung echten Sieges. Denn Gott selbst ist mit uns, und der wiederkommende Christus (Offb 19, 11-16) wird dem Treiben der antichristlichen Kräfte ein Ende setzen.

Erstunterzeichner: Pastor Burghard und Frau Christa Affeld, Osnabrück; Albrecht Graf von Brandenstein-Zeppelin, Biberach; Prof. Dr. Peter und Frau Ingegärd Beyerhaus, Gomaringen; Bauamtrat Christian und Frau Waltraud Beyerhaus, Berlin; Pastor Karsten und Frau Ute Bürgener, Bremen; Prof. Dr. Jacques und Frau Rosemarie Cabaud, Erlangen; Dr. Marie Cabaud-Meaney, Rom; Prof. Dr. rer nat. Michael und Frau Gudrun Grewing, Gomaringen/Tübingen; Dekan i. R. Hansfrieder Hellenschmidt, Filderstadt; Dekan i. R. Martin und Frau Rosemarie Holland, Tübingen; Drs. Dorothea Killus, Lörrach; Weihbischof Dr. Andreas Laun, Salzburg; Psychotherapeutin Christa Meves, Ülzen; Prof. Dr. Wolfgang Leisenberg, Bad Nauheim; Erzpriester Ilja Limberger,Stuttgart; Gemeinschaftsleiter Dieter und Frau Gudrun Meng, Gomaringen; Prof. Dr. Klaus Motschmann, Berlin; Pfarrer Ernst und Frau Maria Nestele, Winterlingen; Direktor Dr. Horst und Frau Elisabeth Neumann, Bad Malente; Pfarrer Nikolaus Ostrowitzki, Kath. Pfarramt Winterlingen-Straßberg; Missionsdirektor em. Lienhard un Frau Renate Pflaum, Bad Liebenzell; P Kirchenrat Dr. Rolf und Frau Lieselotte Sauerzapf, Kassel; Ehepaar Jürgen und Irene Schlicksupp, Alfdorf; Prof. Dr. Günter R. Schmidt, Erlangen; Ehepaar Gerhard und Elisabeth Schnitter, Gomaringen; Pfarrer Helmut Steinlein, Buch/Inn; Prof. Dr. Alma von Stockhausen, Heroldsbach; Prof. Bodo und Frau Waltraud Volkmann, Möglingen; OStR Erik und Frau Ann-Marie Wiberg, Värnamo, Schweden;Eckehard von Zantier, Filderstadt.