Recensie: Van Baerle Trio speelt Mendelssohn
In zijn korte leven heeft Felix Mendelssohn-Bartholdy een groot oeuvre bij elkaar geschreven. Hij begon al vroeg met componeren, maar dan nog omvat de oogst 121 opusnummers; en dan zijn er nog 29 ongenummerde werken. Soms betreft het bundeltjes met enkele liederen, maar er horen ook avondvullende oratoria en uitgewerkte symfonieën bij.
Ging het componeren bij Mendelssohn dan vanzelf? Nee, en het bewijs daarvan wordt geleverd door deze opname van het Van Baerle Trio. Dit jonge trio heeft aan de lange rij van opnamen van Mendelssohns trio’s voor piano, viool en cello er één toegevoegd. Het is een prachtige opname geworden, met helder pianospel, en soms iets te bescheiden strijkers.
De meerwaarde zit echter grotendeels in de bonus-cd. Daarop staat van het eerste trio een vroege variant. De componist aarzelde of hij het zo moest uitgeven, heeft her en der geïnformeerd, en besloot het geheel om te werken tot wat we nu kennen als opus 49. Dat was geen kleinigheid. Met name de doorwerking in het eerste deel is heel anders, en vijf minuten langer. In de andere delen is minder geschrapt, maar ook daar zijn tal van verschillen te beluisteren. Bij het vroegere wonderkind Felix vloeide echt niet alles vanzelf uit de pen.
Van het tweede trio, opus 66, is vooral de finale bijzonder. Tussen het virtuoze passagewerk door klinkt opeens een paar maal een plechtig koraal. Het onderstreept nog eens de bewondering die Mendelssohn koesterde voor zijn grote voorganger in Leipzig, Bach.
Samenvattend: een waardevolle uitgave, en een mooie starter voor wie de kamermuziek van Mendelssohn nog niet kende.
Felix Mendelssohn – Piano Trios – Van Baerle Trio; Challenge Classics (CC72662); 2-cd; € 17,95; www.challengerecords.com
Uit: Pianotrio nr. 1 in D-mineur, opus 49
Uit: Pianotrio nr. 2 in C-mineur, opus 66
Uit: Pianotrio nr. 1 in D-mineur, opus 49 (vroege versie)