Lagerweij, die in Epe samen met zijn zoon een bedrijf met 80.000 dieren runt, voelt mee met zijn collega in Hekendorp, bij wie zaterdag de besmettelijke dierziekte werd geconstateerd. Het bedrijf, met 150.000 kippen, is geruimd.

Hebt u zelf ooit een ruiming meegemaakt?

„Ja, dat was in 2001 tijdens de MKZ-crisis. Toen zijn onze 
koeien en schapen geruimd. De kippen mochten blijven leven. 
Bij de grote vogelgriepuitbraak 
in 2003 vielen we buiten het getroffen gebied. Maar ik zat als LTO-pluimveebestuurder wel dagelijks in het crisiscentrum in Stroe.”

Wat doet dit met een ondernemer?

„Het is heel emotioneel, zeker als je koeien of zeugen hebt. Met die dieren heb je meer een band dan met kippen. Maar tegelijk probeer je er nuchter onder te blijven. Mijn moeder altijd zei: Zolang het maar het in achterhuis blijft… Ziekte en sterfte onder dieren is toch anders dan bij mensen.”

Hoe zit het met de financiële schade?

„De waarde van je dieren wordt vergoed uit het Diergezondheidsfonds, een pot die boeren zelf vullen. Het ruimen zelf en het ontsmetten betaalt de overheid. De vervolgschade is voor eigen rekening. In de tijd dat je stallen leegstaan, lopen je vaste kosten door. Denk bijvoorbeeld aan rente en afschrijving. En je inkomen valt weg. Het bedrijf in Hekendorp zit sowieso dertig dagen op slot. Als er daarna weer kippen in mogen, duurt het zeker vijf weken voordat die weer volop eieren leggen.”

Wat merkt u nu op uw eigen bedrijf van de standstill?

„Onze eieren worden niet opgehaald. Maar met wat creativiteit kunnen we die wel een paar dagen opslaan. Voor eieren staat een houdbaarheid van 28 dagen.”

De virusvariant H5N8 is nieuw voor Nederland. Wat betekent dat?

„Dat maakt het wel spannend. Het virus komt uit Azië, waarschijnlijk via trekvogels. Het is heel bijzonder dat het nu al in twee Europese landen is opgedoken en ook dat het in Hekendorp een bedrijf zonder uitloop heeft getroffen. Dat wijst erop dat het een behoorlijk virulent (agressief, TR) virus is. De grote vraag is of het bij één geval blijft.”