Volgens Dijsselbloem hoeft daar nu niet meer geheimzinnig over gedaan te worden, maar was het niet mogelijk om het destijds toe te geven. Volgens hem was het zeer terecht en verstandig om er toen niet openlijk over te praten.

Als je het voorbereiden op rampscenario’s zou laten blijken op het hoogtepunt van de crisis, dan zou dat leiden tot paniek op de financiële markten en het massaal weglopen van beleggers. „Dus je bereidt je voor, maar je maakt het niet bekend. Heel verstandig.”

Toenmalig minister van Financiën Jan Kees de Jager wilde nooit spreken over een terugkeer naar de gulden en heeft nooit expliciet toegeven dat Nederland voorbereid was op het einde van de euro. Wel zei hij in juni 2012 op vragen over noodscenario’s: „U kunt er altijd van uitgaan dat iedere minister van Financiën zich voorbereidt op alle mogelijke en ook ondenkbare scenario’s.”

In het tv-programma Argos Medialogica wordt dinsdag gemeld dat het bewuste scenario voor een terugkeer naar de gulden ‘Florijn’ heette. Een team van ambtenaren sprak er over. „Het team kwam regulier op vrijdagmiddag na de ministerraad bij elkaar op het ministerie van Financiën, maar kon ook heel snel aanwezig zijn als we even een beslissing moesten nemen”, aldus De Jager in Argos. Volgens hem waren Nederland en Duitsland een van de weinige landen die dergelijke scenario’s opstelden, ook in overleg met elkaar.

Dijsselbloem wilde dinsdag over Duitsland niets zeggen. Hij zei wel dat regeringsleiders van de landen in de eurozone toen tegen elkaar zeiden niet te zullen toestaan dat de eurozone uit elkaar zou vallen. In diezelfde tijd zei ECB-president Mario Draghi dat de Europese Centrale Bank alles zou doen wat nodig was om de euro te redden. „Dat politieke en monetaire spoor hebben ons uit de diepe crisis getrokken.”

Dijsselbloem zei verder dat hij zich nu het meest zorgen maakt over de concurrentiekracht van Europa. Die moet omhoog en dat kan als de eurolanden de juiste hervormingen doorvoeren.