In het geweer tegen vogelgriep
Het vogelgriepvirus dat in Hekendorp heeft toegeslagen, is in Nederland niet eerder opgedoken. „Er zijn nog veel onduidelijkheden”, zegt viroloog prof. dr. A. J. Stegeman, voorzitter van de deskundigengroep die het ministerie van Economische Zaken adviseert.
Vijf deskundigen kwamen zondagmiddag onder leiding van Stegeman op het ministerie bij elkaar om te bespreken wat er inmiddels over het virus bekend is én wat nog onbekend. „Voor de pluimveesector is deze situatie heel bedreigend. We hopen vurig dat het virus zich niet naar pluimveedichte gebieden zoals de Gelderse Vallei en Zuidoost-Brabant verspreidt.”
In die gebieden sloeg de vogelgriep in 2003 keihard toe. De epidemie duurde toen van eind februari tot half mei. Om verdere verspreiding van het virus te voorkomen, werden er op 1349 pluimveehouderijen in totaal 30,7 miljoen dieren gedood. „Er was in grote gebieden geen pluimvee meer te vinden.”
Negentien mensen die bij het doden van de zieke dieren waren betrokken, raakten met het virus besmet. Een dierenarts uit Rosmalen is eraan overleden.
De griepvariant die destijds om zich heen greep, heette H7N7. Nu is type H5N8 in Nederland opgedoken. „Er zijn tal van verschillende influenzavarianten, maar alleen de H5- en H7-types zijn dodelijk voor vogels”, zegt Stegeman, die hoogleraar diergeneeskunde is aan de Universiteit Utrecht.
Het virus in Hekendorp lijkt hetzelfde te zijn als het type dat enkele weken geleden bij kalkoenen in het Duitse Mecklenburg werd vastgesteld en dat gisteren bij eenden in het Engelse York is aangetroffen. „Ditzelfde type komt in Japan, Korea en China vaker voor. Voor vogels is het een dodelijke variant. De sterfte op het bedrijf in Hekendorp nam snel toe: van 1 tot 35 procent. Als de ziekte zich verspreidt, is vaak binnen vijf dagen 90 procent van de pluimveestapel dood. Heel dramatisch.”
Besmettingsgevaar
Het ministerie van Economische Zaken nam direct maatregelen. „Mede omdat er nog zo veel onduidelijk is”, stelt Stegeman. „Dan wil je de risico’s zo veel mogelijk inperken. Dit virus kan over een kleine afstand via de lucht worden overgebracht op andere dieren of op mensen. Die kunnen echter anderen niet besmetten; dat doen alleen vogels.
Het is gunstig dat het eerstvolgende pluimveebedrijf in Hekendorp pas 2,6 kilometer verderop zit. Inmiddels is vastgesteld dat de ziekte daar nog niet heerst. Uit de epidemie van 2003 weten we dat besmettingen zich vooral voordoen bij doelen binnen 2 kilometer.
Omdat het nu geconstateerde type waarschijnlijk ook in Duitsland en Engeland voorkomt, vrezen we echter dat het niet alleen door pluimvee, maar ook door wilde vogels wordt overgebracht. In het Verre Oosten is deze variant in toendrazwanen aangetroffen. Een hypothese is nu dat die vogels weleens in contact komen met zwaantypen die in onze streken voorkomen en dat daardoor het virus naar Europa is gekomen. Maar dat zijn speculaties.”
Mensen
Hoeveel gevaar er mensen lopen, is volgens de Utrechtse deskundige nog niet duidelijk. „Er is één menselijk ziektegeval in China beschreven dat mogelijk met dit type te maken heeft, maar we weten nog niet zoveel.” Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken meldde zondag aan de Tweede Kamer dat mensen alleen bij direct en intensief contact met zieke dieren besmet kunnen raken. Een infectie leidt vaak tot een milde vorm van griep.
Het virus dat in 2003 in Nederland rondwaarde, gaf bij mensen in het algemeen ook vrij milde gevolgen, zoals ontstekingen van het oogslijmvlies, zegt Stegeman. „Het vogelgrieptype H5N1, dat in Azië al langere tijd voorkomt, leidt tot veel ernstiger symptomen: twee derde van de besmette mensen overlijdt eraan. Een oorzaak daarvan kan zijn dat het ene type virus dieper in de luchtwegen doordringt dan het andere en een ander type cellen binnendringt. Daarnaast kan in het lichaam bij het ontwaren van een vreemd virus een overreactie van het afweersysteem ontstaan, waardoor het ook het eigen lichaam aanvalt.”
Voorbereid
Na de vogelgriepepidemie in 2003 zijn er maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. „We zijn beduidend beter voorbereid dan toen”, constateert de hoogleraar. „Toen werd de diagnose pas gesteld nadat er al zo’n twintig bedrijven waren getroffen. Nu wisten we al heel snel welk type het is en waar zich het indexbedrijf –de bron– bevindt. Het ministerie is ook onverwijld met de ruimingen aan de slag gegaan. Om verspreiding te voorkomen, is er direct grof geschut in stelling gebracht.”
Sinds zondagmorgen geldt er voor alle bedrijven met pluimvee in Nederland een verbod van enkele dagen op het vervoer van pluimvee, eieren, pluimveemest en gebruikt strooisel. Tijdens deze zogeheten standstill mogen ook andere dieren niet van het erf af. Bovendien moeten alle boeren en hobbyhouders hun vogels binnenhouden. „Dit geeft een enorme verstoring van bedrijfsprocessen, maar je móét wel hard ingrijpen”, zegt Stegeman.
Griepvirussen in soorten
tekst Anca Boon
Griepvirussen circuleren van nature onder wilde watervogels. Die dragen het virus bij zich zonder er ziek van te worden. Via uitwerpselen kunnen ze andere dieren, waaronder kippen en varkens, besmetten. Gaat het virus rond onder pluimvee, dan kunnen mensen bij intensief contact besmet raken.
Bij vaststelling van het type kijken onderzoekers naar twee eiwitten aan de buitenkant van het griepvirus: hemagglutinine (H) en neuraminidase (N). Die eiwitten spelen een rol bij de vermenigvuldiging van de ziekteverwekker. Bij vogels zijn inmiddels zestien verschillende typen hemagglutinine gevonden, terwijl neuraminidase in negen varianten voorkomt.
Vogelgriep of ”aviaire influenza” komt in veel verschillende varianten voor. Sommige typen veroorzaken milde ziekteverschijnselen bij kippen, eenden en kalkoenen. Dat zijn de zogenoemde laagpathogene (LPAI) varianten. Er bestaan echter ook gevaarlijke, zeer besmettelijke soorten: hoogpathogene (HPAI) virussen. Het griepvirus dat in Hekendorp is aangetroffen, is zo’n hoogpathogene variant, want in korte tijd gingen er veel dieren aan dood.
In Zuidoost-Azië raken geregeld mensen besmet met een van de vogelgriepvirussen. Een deel van hen krijgt milde verschijnselen, anderen worden ernstig ziek, sommigen overlijden eraan. De ziektegevallen hangen samen met lokale gewoonten. In 1997 kregen bijvoorbeeld achttien mensen uit Hongkong vogelgriep. Allemaal bleken ze in contact te zijn geweest met levend pluimvee op markten. De autoriteiten besloten alles met vleugels op die markten af te maken. Daarop raakten er geen mensen meer besmet.
Vogelgriepvirussen verspreiden zich slecht onder mensen. Als iemand de aandoening heeft, gebeurt het zelden dat familieleden of andere personen die nauw contact hebben met de zieke of hem verplegen zelf ook besmet raken.
Waar deskundigen bang voor zijn, is dat iemand besmet raakt met zowel het vogelgriepvirus als met een menselijk influenzavirus. Wanneer het erfelijk materiaal van beide typen zich vermengen, zou er een agressieve variant kunnen ontstaan.