Tevreden nam PvdA-voorzitter Spekman donderdag het rapport ”Politiek van Waarde” in ontvangst. Bij de presentatie zei Spekman dat hij PvdA-politici vaak op straat en in het buurthuis wil zien, „tussen de mensen en met mensen.”

PvdA-politici zouden verplicht een kwart van hun tijd bij hun kiezers te vinden moeten zijn. Om te proeven wat er leeft, om de band met de gewone man weer aan te halen.

Dat mooie begin van de dag werd later helemaal overschaduwd door het gedwongen vertrek van de Kamerleden Kuzu en Öztürk. Zij weigerden zich neer te leggen bij het integratiebeleid van hun partij en werden uit de fractie en uit de partij gezet.

Voor de partij moet het als een nederlaag voelen dat uitgerekend twee Kamerleden die een sterke band met hun Turks-Nederlandse achterban hadden, het veld moeten ruimen. Kuzu haalde bij de laatste Kamerverkiezingen ruim 23.000 voorkeurstemmen, Öztürk bijna 10.000.

Dat is echter geen voorwaarde voor succes, is in het verleden al gebleken. Toenmalig PvdA-leider Bos waarschuwde rond de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 al voor problemen met nieuwe allochtone raadsleden. Vooral bij kandidaten die met voorkeurstemmen een plekje in de raad hadden gekregen, vroeg hij zich af of die wel voldoende gekwalificeerd zouden zijn. Hij adviseerde zijn partij toen al die mensen via cursussen goed op te leiden tot volksvertegenwoordiger.

Dat is precies een van de lessen die Spekman donderdag trok uit het rapport ”Politiek van Waarde”. Alle PvdA-politici moeten van hem verplicht worden geschoold in de waarden van de sociaaldemocratie, zodat die leidend worden voor hun dagelijks handelen.

De loyaliteit van Kuzu en Öztürk bleek ten diepste bij hun achterban en niet bij de PvdA te liggen. Voor hen komt de verplichte scholing te laat. Maar als de PvdA nu wél werk maakt van scholing voor al haar vertegenwoordigers kan de partij vergelijkbare gevallen in de toekomst mogelijk voorkomen. En –met waardegedreven politici– richting de kiezers écht goed voor de dag komen.