Volgens dat rapport maakte de geheime dienst allerlei blunders. Zo werkten alarmsystemen en communicatiesystemen niet goed en hadden veel beveiligers niet eens gezien hoe de man over het hek van de ambtswoning van president Barack Obama klom. Sterker nog; één beveiliger die een hond had kunnen loslaten, zat in een busje te bellen met zijn persoonlijke mobieltje en had zijn oortje uitgedaan.

Bovendien had de insluiper, de 42-jarige Omar Gonzalez, een uur daarvoor al rond het hek gelopen. Niemand sprak hem aan, omdat hij geen verdacht gedrag vertoonde. Eerder was echter al bekend geworden dat de man op borgtocht vrij was en in augustus al met een hakbijl dichtbij het Witte Huis liep.

Gonzalez vervolgde zijn weg over het gras richting het gebouw. Beveiligers besloten niet te schieten, omdat ze dachten dat hij niet gewapend was. Achteraf bleek Gonzalez een mes op zak te hebben.

Eenmaal bij het gebouw vertrouwde een beveiliger erop dat de houten deuren op slot zaten, waardoor Gonzalez in de val zat. De deuren konden gewoon open. Binnen was nog een beveiligster aanwezig, maar die werd omver gelopen. Toen ze haar knuppel wilde pakken, greep ze per ongeluk een zaklamp. Uiteindelijk wisten vier agenten de man toch de overmeesteren.

Het incident kostte de directeur van de geheime dienst, Julia Pierson, haar baan. Haar positie wankelde toch al door eerdere incidenten met de beveiliging van het Witte Huis. Die worden nog onderzocht. Dit deel van het onderzoek is volgens het ministerie van Binnenlandse Veiligheid echter al gestuurd aan de huidige directeur van de geheime dienst, Joseph Clancy, zodat hij „direct kan aanvangen met het nemen van aanvullende veiligheidsmaatregelen”.