Politiek

Dr. H.A. Post promoveert voor de vierde keer

De godsdienstvrijheid in ons land staat onder druk. Te vaak wordt er over opvattingen van orthodoxe gelovigen heen gewalst. Gelovigen en niet-gelovigen moeten beter naar elkaar luisteren en kijken waar ze elkaar ruimte kunnen geven.

Gerard Vroegindeweij

12 November 2014 20:23Gewijzigd op 15 November 2020 14:19
Dr. H.A. Post. beeld Niek Stam
Dr. H.A. Post. beeld Niek Stam

Dat is een vrije vertaling van de conclusie die dr. Henk Post (62) uit Veenen­daal trekt in zijn vuistdikke proefschrift ”Vrijheid van godsdienst in een democratische samenleving”. Volgende week woensdag verdedigt hij het in Tilburg bij oud-minister van Justitie prof. dr. E. Hirsch Ballin.

Het is niet de eerste keer dat Post promoveert. Al driemaal eerder gebeurde dat: in 1995 in de economische wetenschappen, in 2006 in de theologie en in 2009 in de letteren. Zijn vorige proefschrift ging over de vrouw binnen de SGP. Voor zijn nieuwste promotieonderzoek richtte hij zijn blik breder, namelijk op het thema godsdienstvrijheid.

Voor de vierde keer promoveren; 
waar haalt u de tijd vandaan?

„Ik heb geen baas. Ik werkte bij het softwarebedrijf Baan tot ik daar in 1998 met vele anderen werd ontslagen. Voor ik bij Baan aan de slag ging, was ik al gepromoveerd in de economische wetenschappen. Na mijn ontslag was ik onder meer werkzaam als kerkelijk werker, nadat ik de opleiding godsdienst pastoraal werk aan de Christelijke Hogeschool Ede afrondde. Mijn afstudeer­scriptie ging over de positie van de kerkelijk werker. In overleg met prof. Van de Beek heb ik deze scriptie uitgewerkt en verdiept tot een proefschrift. Daar heb ik destijds ruim een jaar aan gewerkt.

Het nadeel van mijn promotie was dat ik niet meer aan de slag kwam, want niemand wilde een doctor in de theologie als kerkelijk werker. Ik heb bij diverse gemeenten gesolliciteerd, maar ze wilden me niet meer. Mijn profiel paste niet in het plaatje. Daardoor kreeg ik wel meer tijd.”

Maar hoefde u dan niet te werken?

„Ik ben financieel onafhankelijk door de aandelen van Baan die ik destijds had.”

Wat doet u met al die kennis die u vergaarde? Ergens hoogleraar worden?

„De kennis ligt nu in het boek opgeslagen, zodat anderen het thema godsdienst­vrijheid kunnen oppakken en ermee aan de slag kunnen gaan. Ik heb mijn bijdrage geleverd. Voor het hoogleraarschap zit ik te kort in een vakgebied. Ik heb nooit de ambitie gehad om hoogleraar te worden. Op dit moment ga ik regelmatig voor in kerkdiensten. Dat heeft mijn hart.”

Wie is Henk Post eigenlijk?

„Dat is een goede vraag. Als ik het wist, zou ik het zeggen.”

Anders gevraagd: waar staat u binnen uw kerk, de Protestantse Kerk in Nederland?

„Van huis uit ben ik hervormd. Ik ben gedoopt door een ethische predikant in Hoenderloo. Later zijn we door de kerkelijke situatie in onze woonplaats bij de Gereformeerde Bond gaan kerken. Het Evangelie moet voor mij in de prediking duidelijk klinken. Paulus zegt dat het moet gaan om Jezus Christus en Die gekruisigd. Als dat in een preek niet centraal staat, van welke denominatie de predikant dan ook is, kan ik daar niet in meekomen. Dan hoor ik liever een confessioneel bij wie ik dat wel hoor, dan een bonder bij wie ik dat niet beluister. Nu wonen we in Veenendaal en kerken in de Gereformeerde Bonds­gemeente rondom de Julianakerk.

Wat moet ik nog meer zeggen? Henk Post is een zondaar die van genade mag leven. Zo heb ik dat ook in het proefschrift geschreven: soli Deo gloria.”

Waar staat Henk Post politiek?

„Op school hadden we weleens een discussie of je nu links of rechts moest zijn. Daar kwam ik nooit goed uit. Ik vind het belangrijk om goed te luisteren naar argumenten van de diverse partijen en die argumenten te wegen. Daarbij wil ik trouw blijven aan mijn persoonlijke overtuiging. Soms kom ik rechts uit, soms links. Maar meestal ertussen­in. Ik houd niet van eenzijdig­heden; ik ben een man van het midden.”

Wat is de belangrijkste conclusie uit uw laatste proefschrift?

„Dat het van fundamenteel belang is dat we in discussies over godsdienstvrijheid goed naar elkaar luisteren en proberen te wegen welke waarden belangrijk zijn voor degenen die een beroep doen op die vrijheid. En vervolgens ook te kijken of je een godsdienstige uiting kunt respecteren en beschermen. Te vaak wordt er over opvattingen van gelovigen heen gewalst zonder dat er enig benul is van de waarden die in het geding zijn.”

Godsdienstvrijheid staat in toenemende mate onder druk. Hoe komt dat?

„Door een combinatie van factoren. Na de Tweede Wereldoorlog is de ontkerkelijking op gang gekomen. In de jaren zestig en zeventig is de samenleving ontzuild. Ook de immigratie vanuit islamitische landen heeft invloed. Vergeet ook de individualisering niet. In de tijd van de verzuiling was er een gemeenschappelijk besef van christelijke waarden en normen. Je ziet dat de seculiere meerderheid vaker vragen gaat stellen bij godsdienstige uitingen. Godsdienstvrijheid staat ver van haar af en dan bestaat de natuurlijke neiging om oude waarden overboord te gooien en traditionele vrijheden in te dammen.”

Vrijheid van godsdienst vraagt om een seculiere staat, schrijft u. Wat dan te doen met de oproep in de Psalmen dat de koningen der aarde God moeten eren?

„De seculiere staat houdt scheiding van kerk en staat in. De overheid heerst niet over de kerk, en de kerk niet over de overheid. Dat lijkt mij ook een Bijbelse gedachte: Geef de keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is, zegt de Heere Jezus.

Dat wil echter niet zeggen dat iemand in een overheidsambt geen verantwoordelijkheid heeft tegenover God. De Heere regeert, of overheidsdienaren dat nu wel of niet erkennen. De scheiding van kerk en staat betekent geen scheiding tussen geloof en politiek.

Maar de overheid moet er wel zijn voor alle burgers. In het Oude Testament waren kerk en staat feitelijk één. Er is een exclusieve band tussen God en Israël. Die geldt niet op die manier voor andere landen. In onze situatie is de gemeente des Heeren het volk van God. Zij is geroepen om God te eren en getuigenis te geven van de waarheid. Dat is geen verantwoordelijkheid van de burgerlijke overheid. Die heeft de taak om de samenleving –waarin de verschillen steeds groter worden– op een vreedzame manier bij elkaar te houden. Opdat we een stil en gerust leven mogen leiden. Je kunt nooit van de overheid vragen om mensen tot Christus te brengen. Dat is een taak van de kerk en ook een keuze in vrijwilligheid. Dwang leidt tot onoprechtheid.

Daarbij komt nog dat de kerk sterk verdeeld is. Hoe kunnen kerken van de overheid vragen om God te eren als ze er zelf niet in slagen om één te zijn?”

Is die gelijkwaardigheid van burgers anno 2014 wel gegarandeerd?

„De panelen zijn helemaal verschoven. De nieuwe meerderheid is in toenemende mate haar waarden gaan opleggen aan de gehele samenleving. Daarmee staat de gelijkwaardigheid van burgers onder druk. Daar lijden minder­heden onder.”

Moest daarom de SGP per se vrouwen toelaten?

„Dat is zonder meer het geval. De politiek en de rechterlijke macht hadden dit proces ook kunnen overlaten aan de ontwikkeling in de partij. Dat past beter bij een democratische rechtsstaat dan dat je het op deze manier forceert. Het lag in de rede dat dat passieve kiesrecht er een keer zou komen. In de achterban groeide de acceptatie en jongeren hadden er ook geen problemen mee.”

En hoe zit dat met de gewetensbezwaarde trouwambtenaar?

„Persoonlijk denk ik dat een trouw­ambtenaren geen gewetensbezwaren hoeft te hebben rond het sluiten van homohuwelijken. Ambtenaren moeten namens de overheid wel vaker dingen doen waar ze persoonlijk moeite mee hebben. Denk bijvoorbeeld aan het afgeven van vergunningen voor activiteiten waartegen bij christenen principiële bezwaren bestaan.

Maar de wet die regelt dat gemeenten geen trouwambtenaren meer in dienst mogen nemen die geen homohuwelijken willen sluiten, gaat vele stappen te ver. Voor dat dilemma is prima een praktische oplossing te bedenken, maar daartoe is de seculiere meerderheid niet bereid. Godsdienst­vrijheid moet geen speelbal zijn van de politiek.”

Hoe beoordeelt u het schrappen van de uitzonderingsbepaling voor het christelijk onderwijs in de Algemene wet gelijke behandeling?

„Daar zie je hetzelfde. De Raad van State heeft een uitstekende aanbeveling gedaan hoe je dit artikel aan zou kunnen passen, zodat er een evenwichtige belangen­afweging zou ontstaan tussen het gelijkheidsbeginsel enerzijds en de vrijheid van godsdienst anderzijds. De politiek heeft die helaas niet overgenomen.”

Bent u blij dat Joden en moslims de rituele slacht nog wel uit mogen voeren?

„Dankzij de Eerste Kamer is een initiatiefwet van de Partij voor de Dieren er niet gekomen. Een goede belangenafweging, mede op grond van de historie, was niet het kenmerk van deze wet. Wat de toekomst betreft houd ik mijn hart vast. Voorstanders van een verbod zeggen: Dan haal je ritueel geslachte dieren maar uit het buitenland, maar dat vind ik hypocriet.”

Wat gaat er gebeuren met het besnijden van jongens om religieuze redenen?

„Laten politici eens kijken naar Duitsland. Daar werd dezelfde discussie gevoerd door artsen als hier. Als men de besnijdenis louter als een medisch zinloze ingreep ziet, is dat een krenkende mis­kenning van een wezenlijke religieuze praktijk. In reactie daarop hebben de oosterburen het recht op besnijdenis juist beter in de wet verankerd. Als het in Neder­land verboden wordt, moeten Joden en moslims voor het uitvoeren van besnijdenissen naar Duitsland. Droevig als het zover zou komen.”

Zal de godsdienstvrijheid verder worden ingesnoerd?

„Voor orthodoxe gelovigen is het geen positief verhaal, maar we moeten ook geen spookbeelden oproepen. Sommigen denken dat de overheid ooit de doop nog eens gaat verbieden. Maar daar is geen aanleiding voor. De kerk heeft een eigen statuut en een eigen plek in het recht. Die is, ook Europees, goed verankerd. Het is niet alleen kommer en kwel. Maar je ziet wel duidelijk een ontwikkeling die is gericht op inperking. Soms moet je lijden om je geloof. Onbegrijpelijk in een land dat geboren is in de strijd om vrijheid van godsdienst.”

”Vrijheid van godsdienst in een democratische samenleving. Het recht van de individuele persoon in een spanningsveld van rechten en vrijheden”, dr. H. Post, uitg. Boom Juridische Uitgevers, Den Haag, 2014; ISBN 9789089749994; 448 blz.; € 79,00.


Symposium

Dr. H.A. Post zal op 19 november voor de vierde maal promoveren. Dat gebeurt om 10.15 uur in de aula van Tilburg University. De promotor is prof. dr. E. Hirsch Ballin, copromotor is dr. G. van der Schyff.

’s Middags organiseert de doctor een symposium over zijn nieuwste proefschrift. Naast Post zullen ook de promotor, Ernst Hirsch Ballin, Odile Verhaar (College voor de Rechten voor de Mens), Channa Samkalden (advocatenkantoor) en Arnold Weggeman (Raad van State) het woord voeren.

Het symposium begint om 14.00 uur en wordt gehouden in Groot-Zonne­oord te Ede, Zonneoordlaan 17. Aanmelden via mail@drhenkpost.nl.


Lees ook in Digibron

Promovendus Post: SGP moet nieuwe list verzinnen (Reformatorisch Dagblad, 10-03-2009)

“Andere tijden, andere inzichten” : Promovendus Post: SGP-leider Van der Vlies niet mordicus tegen passief kiesrecht vrouw (Reformatorisch Dagblad, 05-03-2009)

“Plaats kerkelijk werker in het ambt” : Promovendus dr. Post ziet in ondergeschoven positie bron van conflict en frustratie (Reformatorisch Dagblad, 24-10-2006)

Kerkelijk werker en het ambt - tekst van het symposium (gehouden met de verdediging van het proefschrift van dr. H.A. Post) en een samenvatting van het betoog van dr. H.A. Post (Kerkrecht.nl, 01-01-2006)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer