Dat hebben de ministers Bert Koenders (Buitenlandse Zaken), Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) en Jeanine Hennis-Plasschaert (Defensie) woensdag geschreven in antwoord op vragen van de oppositiepartijen D66, CDA, ChristenUnie, GroenLinks en de Groep Bontes/Van Klaveren.

Die wilden weten of het kabinet nu al op basis van informatie van binnenlandse en buitenlandse veiligheidsdiensten een politiek oordeel kan geven over de toedracht van de ramp. De fracties wilden opheldering over berichten dat het kabinet zou beschikken over satellietbeelden waaruit die toedracht zou kunnen worden afgeleid. De ministers zeggen dat ze in het openbaar niet kunnen zeggen of al is onderzocht of de Amerikaanse en Duitse inlichtingen over die beelden echt zijn.

Ook wijzen de ministers erop dat Nederland de internationale onderzoeken naar de toedracht van de ramp en het strafrechtelijk onderzoek leidt. „Het kabinet kan geen conclusies trekken zonder de onafhankelijkheid van deze officiële onderzoeken aan te tasten”, aldus Koenders, Opstelten en Hennis.

De Tweede Kamer debatteert donderdagavond opnieuw met hen over de nasleep van de ramp. Het toestel van Malaysia Airlines werd op 17 juli boven Oost-Oekraïne neergehaald. Dat gebeurde vermoedelijk met een raket. Bij de ramp kwamen alle 298 inzittenden om het leven, onder wie 196 Nederlanders.