Daarmee heeft de huizenrel in Made een tweede slachtoffer geëist. Eerder deze week legde CDA-fractievoorzitter A. Goos uit eigen beweging zijn functie als raadslid neer.

Aanleiding voor de bestuurscrisis was de onderhandse verkoop van drie starterswoningen in Made aan een zoon van Elzinga, een dochter van Goos en een zoon van wethouder J. van Meggelen. Omdat de verkoop aan de zoon van Van Meggelen veel later heeft plaatsgevonden, treft hem volgens de gemeenteraad geen blaam.

De huizenrel in Made leek vorige week tijdens een speciale raadsvergadering met een sisser af te lopen. Toen bleek uit een extern onderzoeksrapport dat de Madese bestuurders bij de verkoop van de woningen hun bestuurlijke integriteit niet geschonden hadden. Volgens onderzoeker H. van Gameren, rechter in Breda, was er geen sprake van machtsmisbruik.

Wel vond Van Gameren dat de bestuurders de schijn tegen hadden en zich hadden moeten realiseren dat de aankoop bij de Madese bevolking erg gevoelig zou liggen. De gemeenteraad reageerde daarop met een breed gesteunde motie van afkeuring.

Tijdens de raadsvergadering van donderdagavond trok Elzinga publiekelijk het boetekleed aan. De belangrijkste handreiking die hij de raad gaf, was de mededeling dat zijn zoon had besloten de woning terug te geven aan de Woningstichting Geertruidenberg. Verder betuigde hij zijn spijt dat hij de raad niet eerder had ingelicht over de verkoop van het huis aan zijn zoon en dat hij de impact daarvan op de inwoners van Made had onderschat.

Om het vertrouwen van de raad terug te winnen deed hij een aantal voorstellen om het aanzien van het openbaar bestuur te herstellen en de integriteit, onafhankelijkheid, dienstbaarheid en zorgvuldigheid te verbeteren. Een meerderheid van de raad oordeelde echter dat Elzinga’s verklaring en aanbevelingen goedbedoeld waren maar onvoldoende en onderstreepte de vier ingediende moties van wantrouwen.

Een aangeslagen burgemeester Elzinga zei in een eerste reactie dat het hem erg raakte dat hij het vertrouwen van de gemeenteraad had verloren. Hij zei dat hij met de commissaris van de Koningin, H. Maij-Weggen, gaat bespreken wat er nu verder moet gebeuren.