KLM en Martinair schoten tekort bij ongeluk monteur
Luchtvaartmaatschappijen KLM en Martinair zijn tekortgeschoten bij een zwaar ongeluk op Schiphol. Een 28–jarige Ierse monteur liep bij een controle in mei 2001 tegen een draaiende propeller van een Fokker 50 van KLM en raakte daardoor ernstig gewond.
De Raad voor de Transportveiligheid concludeert in een donderdag uitgebracht rapport dat de monteur werk moest doen, waar hij niet voor was opgeleid. Ook ontbraken de verplichte procedures rond het onderhoud van vliegtuigen.
De Fokker 50 was van KLM Cityhopper, maar Martinair deed het onderhoud. Het slachtoffer was een uitzendkracht. De monteur zag mede door de zon de propeller niet. Het toestel zou van Amsterdam naar Malmö in Zweden vliegen. Aan boord waren 26 passagiers.
De Raad voor de Transportveiligheid onder voorzitterschap van Pieter van Vollenhoven is niet alleen kritisch over de rol van de luchtvaartmaatschappijen, maar ook over de Arbeidsinspectie. Die heeft te weinig kennis over personeel dat met vliegtuigen werkt.
Martinair heeft na het ongeval zelf een onderzoek ingesteld. Daarop heeft de maatschappij volgens een woordvoerder maatregelen genomen om dergelijke ongelukken te voorkomen. Deze sluiten aan bij aanbevelingen die de Raad voor de Transportveiligheid heeft gedaan, aldus de zegsman. Zo krijgen uitzendkrachten een aanvullende opleiding en is er een noodplan opgesteld voor kleinschalige ongevallen.
De Arbeidsinspectie houdt toezicht op de arbeidsomstandigheden in honderden sectoren en heeft daarin grote deskundigheid, ook bij het beoordelen van de arbeidsomstandigheden in de luchtvaart. De inspectie neemt de aanbeveling van de transportraad serieus en gaat na of ook in dit geval deskundig te werk is gegaan, aldus een woordvoerster.