Het kabinet heeft tijd nodig om erover na te denken en er onderling over te overleggen. Dat gebeurt in het besef dat de internationale veiligheidssituatie complex is en er weinig ruimte is in de begroting. „De verdere ontwikkeling van de krijgsmacht moet berusten op een stabiel meerjarig perspectief dat op brede politieke steun kan rekenen”, schreef minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie vrijdag aan de Tweede Kamer.

Het kabinet heeft op Prinsjesdag al bekendgemaakt dat er aan twee decennia bezuinigingen op de Defensiebegroting een einde komt. Aanleiding daarvoor waren de veranderde internationale verhoudingen, zoals de oorlog in Oekraïne en het geweld van Islamitische Staat in Syrië en Irak. Voor het eerst krijgt Defensie er structureel 100 miljoen euro bij. Maar een flink deel van de Kamer vindt dat er de komende jaren meer geld naar Defensie moet gaan. Volgens Hennis heeft het kabinet in de miljoenennota benadrukt dat het de intentie heeft om de „trendbreuk” de komende jaren, waar mogelijk en nodig, door te zetten.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) komt in het voorjaar met een advies over de toekomst van het Nederlandse veiligheids- en defensiebeleid. Het kabinet zal dat bij de besluitvorming betrekken. Ook komt Buitenlandse Zaken met een beleidsbrief over de ontwikkelingen aan de oost- en zuidflanken van de Europese Unie en de NAVO.