Asscher en Hennis bezoeken F-16’s in Jordanië
DEN HAAG (ANP). Vicepremier Lodewijk Asscher en minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie hebben donderdag voor het eerst een bezoek gebracht aan de Nederlandse F-16’s die in Irak meevechten tegen de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS). Ze spraken op de luchtmachtbasis in Jordanië, waar de gevechtsvliegtuigen zijn gestationeerd, met vliegers en grondpersoneel.
Dat heeft het ministerie van Defensie gemeld. De commandant van de F-16-eenheid vertelde tijdens een rondleiding bij de straaljagers over het planningsproces en de manier waarop ze opereren. Asscher zei dat hij „groot respect” heeft voor de de Nederlandse militairen en hoe zij een bijdrage leveren aan de strijd tegen IS. „Het is belangrijk werk in het belang van Nederland.” Ook de Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, was bij het bezoek aanwezig. Voor hem was het ook de eerste keer dat hij bij de F-16’s in Jordanië was.
Nederland zet zes F-16’s in bij de aanvallen op IS-doelen in Irak. Daarnaast zijn er twee reservetoestellen mee. De straaljagers hebben in de afgelopen weken al tientallen bombardementen uitgevoerd. Daardoor zijn onder meer opslagplaatsen voor munitie, wapens en bermbommen, commandocentra en voertuigen uitgeschakeld. Daarbij is ook een onbekend aantal IS-strijders gedood. De F-16-eenheid telt ongeveer 250 militairen.
Behalve Asscher uitten ook Hennis en Middendorp hun respect en waardering voor de inzet van de militairen tijdens de volgens hen risicovolle en belangrijke missie. „De reactietijd om tot inzet te komen, was kort. De flexibiliteit en professionaliteit van onze militairen is groot. Ik ben diep onder de indruk”, zei Hennis.