Insecten eten: net als nootjes, maar dan met pootjes
Krekels, rupsen, mieren, meelwormen en sprinkhanen. Insecten kun je eten. Maar de doorsnee-Nederlander huivert al bij de gedachte eraan. Wat de boer niet kent, dat eet-ie niet, zo wordt geredeneerd. Zes argumenten op een rij om wel toe te happen.
Iedereen eet insecten.
Nu ja, bijna iedereen. In bijna honderd landen is het eten van insecten de normaalste zaak van de wereld. Zo’n 80 procent van de wereldbevolking eet regelmatig een portie.
Vooral in de tropen staan insecten op grote schaal op het menu. Mexicanen eten gepofte mieren alsof het popcorn is. En in Thailand? Daar likken ze hun vingers af bij waterwantsen.
De doorsnee-Nederlander eet ongemerkt toch al insecten.
Juist. Bij de geleedpotigen –waar alle insecten deel van uit maken– horen ook kreeften, krabben en garnalen. Laten genoemde dieren nu regelmatig als delicatesse op een bord belanden.
Al houd je je verre van deze gerechten, dan nog eet je –vrijwel dagelijks– onbewust insecten. Het is namelijk onmogelijk om alle insecten te verwijderen uit allerlei voedsel. Een fruitvlieglarf is snel over het hoofd gezien. In de Verenigde Staten zijn er richtlijnen voor de hoeveelheid insecten in voeding. Zo mag bijvoorbeeld 25 gram kerriepoeder ‘maar’ honderd insectenfragmenten bevatten. Dergelijke richtlijnen gelden voor alle voorbewerkte producten, van sinaasappelsap tot appelmoes en van chocolade tot brood.
Insecten eten is goed voor het milieu.
Het eten van insecten is duurzamer dan het eten van vlees. Dat hangt af van drie zaken: een efficiëntere omzetting van voer in vlees, minder uitstoot van broeikasgassen en minder ruimtegebruik.
Prof. dr. Marcel Dicke, hoogleraar entomologie –ofwel insectenkunde– aan Wageningen University, legt uit: „Voor 1 kilo rundvlees heb je ongeveer 25 kilo voer nodig. Voor 1 kilo insectenvlees slechts 2,5 kilo. Die productie is dus tien keer zo efficiënt. De consequentie daarbij is dat insecten minder mest maken. Dat levert een veel lagere broeikasgasemissie op.”
Om de groeiende wereldbevolking van voedsel te voorzien zijn insecten onmisbaar.
De wereldbevolking groeit de komende decennia volgens de VN van 7 naar zo’n 10 miljard mensen. Ondertussen zal vanwege een hogere levensstandaard de vraag naar vlees vanuit landen als China verdubbelen in 2050.
Dicke ziet de problemen al opdoemen. „Op dit moment wordt bijna 70 procent van het landoppervlak in de wereld direct of indirect gebruikt voor de productie van vlees. Dat areaal moet bij een gelijkblijvende vleesconsumptie tot 2050 met zo’n twee derde groeien, heeft de wereldvoedselorganisatie FAO uitgerekend. Dan heb je dus een tweede wereld nodig. Met regulier vlees kom je er dus niet. Insecten zijn een uitstekend vleesvervanger. Qua voedingssamenstelling is het vergelijkbaar. Het is hoogwaardig vlees.”
Insecten zijn een bron van gezonde voedingsstoffen.
Insecten doen niet onder voor vlees. Dicke: „Qua vitamine- en eiwithalte zijn ze vergelijkbaar met rundvlees. Qua vetten scoren ze beter, met meer gezonde vetten. En wat mineralen betreft bevatten ze een veel hoger gehalte.”
Met de smaak zit het wel goed.
De smaak van veel insecten lijkt op die van noten. Niets aan de hand dus. Dicke weet uit eigen ervaring dat de diertjes prima smaken. „Ik bereid ze gemiddeld één keer per week. Verder eet ik regelmatig insecten in restaurants, meestal keer ik daar weer terug. Heerlijk! Voor de smaak hoef je het niet te laten.”
Conclusie: de afkeer tegen insecten zit tussen de oren?
Om insecten te gaan eten moet de mindset, de mentale houding, van de Nederlander veranderen. Het verafschuwen van de beestjes zit simpelweg tussen de oren. Het is aangeleerd. Als kind wordt het de westerling ingepeperd: alles wat prikt, zoemt, steekt en kriebelt is lastig en vies.
Dicke ziet twee mogelijke manieren om de psychologische barrière van eten van insecten te doorbreken. „De eerste mogelijkheid is het verwerken van insecten in producten. Als mensen niet zien wat ze eten, gaat het er wel in. Bijvoorbeeld in hamburgers. Daarnaast is het een kwestie van gewenning. Als je een sprinkhaan ontdoet van z’n vleugels en poten lijkt het sprekend een garnaal. De consument denkt eerst drie keer na voordat-ie een insect eet, maar op een gegeven moment wordt het gewoon.”
Dicke ziet een grote toekomst weggelegd voor sprinkhaan en co. „Ik voorspelde in 2010 tijdens een TED-lezing (toegankelijke speech van wetenschappers, MK) dat insecten in 2020 in de schappen zouden liggen. Met vier jaar was het al zover. Ik zie dat de belangstelling voor insecten snel stijgt. Het gaat haast exponentieel.”
Jumbo legt insecten in schap
Supermarktketen Jumbo legt vanaf volgend jaar insecten in de schappen van al zijn winkels. Vandaag hadden enkele supermarkten in Groningen en Haren de primeur.
Dicke juicht het initiatief van Jumbo toe. „Het is een belangrijke stap die wordt gezet. We wisten al langer dat insecten een belangrijke eiwitbron zijn. Er waren sinds 2012, toen ik samen met een kok ”Het insectenkookboek” schreef, ook al recepten die iedereen thuis kan maken. Maar consumenten misten de insecten nog in de supermarkt. Ze moesten naar speciaalzaken. Dat hoeft niet meer.”
Onlinereacties van lezers
De digitale redactie plaatste gisteren een berichtje op haar Facebookpagina. „Woensdag gehaktdag, of wordt ’t woensdag insectendag?” Enkele reacties:
Frens Hartgers: „Ieder zijn ding, niet mijn ding.”
Rianne Krijgsman-den Besten: „He nee hoor, doe mij maar gehaktdag!”
Ruth Roelfsema-Smink: „Ben bang, dat ik dan toch ergens anders mijn wekelijkse boodschappen ga doen. Walgelijk!”
Verta Rosta: „Het is prima te doen, het ”voelt” niet als vlees dat vind ik wel jammer maar het is echt niet zo vreselijk als men zichzelf inbeeldt.”
Johannes at ook sprinkhanen
Insecten eten afwijzen met een beroep op de Bijbel zal niet gaan. In het Nieuwe Testament lezen we dat Johannes de Doper zich te goed deed aan sprinkhanen. „En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar (…) en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honig” (Mattheüs 3:4).
Volgens de mozaïsche wetten gelden sprinkhanen als reine dieren. Het eten van sprinkhanen was voor het volk Israël in de oude bedeling dus ook gewoon toegestaan. „Van die zult gij deze eten: de sprinkhaan naar zijn aard” (Leviticus 11:22).