Leeflangorgel stadhuis Rijssen afgestoten
Rijssen gaat het orgel in de Brusselzaal van het stadhuis uit kostenoverwegingen afstoten.
Dat wil het college van B & W van de gemeente Rijssen-Holten, meldt het RijssensNieuwsblad donderdag. Wethouder Cornelissen heeft het mandaat gekregen een bestemming voor het tweeklaviers instrument van Leeflang te zoeken.
Het orgel, dat in onderhoud is bij Ide Boogaard, vertoont flinke mankementen. De noodzakelijke restauratie en het onderhoud bedragen in totaal 18.000 euro.
Het orgel is in 1976 in opdracht van de gemeente Rijssen gebouwd door de Apeldoorns firma Leeflang & Keijzer. In 1977 werd het twaalf stemmen tellende instrument in gebruik genomen door adviseur Charles de Wolff. De toenmalige burgemeester, G. J. Smit, wilde rond het orgel het culturele leven in Rijssen een impuls geven. In 2008 werd het instrument overgeplaats naar het nieuwe stadhuis, waar het een plek kreeg in de Brusselzaal.
Rond het stadhuisorgel werden in het verleden regelmatig concerten georganiseerd. Ook grote namen als Jean Guillou, Michelle Leclerc, Albert de Klerk, Wim van Beek, Jan Jongepier, Jos van der Kooy en pianist Louis van Dijk speelden in de stadhuishal. Charles de Wolff gaf in 2002 een concert ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van het instrument.
Het orgel wordt nu nog sporadisch gebruikt, zo’n drie à vier keer per jaar tijdens concerten in het voor- en najaar en tijdens de lintjesregen en een enkele trouwerij. Vaste bespeler is stadsorganist Dick Sanderman.
De SGP-fractie heeft er bij de behandeling van de Kadernota 2014-2017 nog voor gepleit om te proberen de concertfunctie van het orgel te behouden. Ondanks dat die motie werd overgenomen door het college is nu toch besloten het orgel af te stoten. Het bestuursvoorstel van het college wordt nu voorgelegd aan de raadscommissie Maatschappelijke Dienstverlening, aldus het RijssensNieuwsblad.
Stadsorganist Sanderman laat desgevraagd weten dat hij zijn bedenkingen heeft bij de totstandkoming van dit bestuursvoorstel. „Als het voorstel wordt behandeld in de raadscommissie, zal ik zeker gebruikmaken van het spreekrecht. Hierover is het laatste woord nog niet gezegd.”